Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Brüche:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Brüche (Duits) in het Engels

Brüche:

Brüche [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Brüche (Bruchstellen)
    the cracks
    • cracks [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Brüche
    the snapping; the breaking
  3. die Brüche
    the ruptures; the severances; the breakings

Vertaal Matrix voor Brüche:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
breaking Brüche Abbruch; Bruch; Trennung; Unterbrechung; Zerstörung
breakings Brüche
cracks Bruchstellen; Brüche Anreißen; Knallen; Risse
ruptures Brüche
severances Brüche
snapping Brüche Anfahren; Anschnauzen; Ausfallend werden gegen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
breaking es tagt

Synoniemen voor "Brüche":


Verwante vertalingen van Brüche