Duits
Uitgebreide vertaling voor Box (Duits) in het Engels
Box:
Vertaal Matrix voor Box:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
box | Abteil; Box; Büchse; Dose; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Kapsel; Karton; Kasten; Kittchen; Klo; Loch; Schachtel; Schuppen; Verschlag | Aufbewahungskarton; Bildröhre; Büchse; Dose; Gefäß; Karton; Kistchen; Kiste; Kisten; Konserve; Kästchen; Schachtel; Schrank; Schrein; Schränkchen; Verpackung; Vorratsdose |
carton | Abteil; Box; Büchse; Dose; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Kapsel; Karton; Kasten; Kittchen; Klo; Loch; Schachtel; Schuppen; Verschlag | Karton; Pappkarton; Pappschachtel |
slum | Box; Schuppen | Armenviertel; Baracke; Barackenviertel; Bruchbude; Bude; Elendsviertel; Elendviertel; Hütte; Schuppen; Slum |
storing space | Abteil; Box; Büchse; Dose; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Kapsel; Karton; Kasten; Kittchen; Klo; Loch; Schachtel; Schuppen; Verschlag | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
box | boxen; einrahmen; einsäumen | |
carton | einpacken; kartonieren; verpacken |
Synoniemen voor "Box":
Wiktionary: Box
Box
noun
Box