Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal Bissen

Vertaal Bissen van Duits naar Engels

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Bissen:
- bite to eat; snack; fast food; bite; mouthful
- bites; flesh-wounds; teeth punctures
Wiktionary:
- Bissen → bite

Duits

Uitgebreide vertaling voor Bissen (Duits) in het Engels

Bissen:

Bissen [der ~] zelfstandig naamwoord

der Bissen (Zwischenmahlzeit; Schnack; Biß)
the bite to eat; the snack; the fast food
- bite to eat [the ~] zelfstandig naamwoord
- snack [the ~] zelfstandig naamwoord
- fast food [the ~] zelfstandig naamwoord
der Bissen (Happen)
the snack
- snack [the ~] zelfstandig naamwoord
der Bissen (Happen)
the bite; the mouthful
- bite [the ~] zelfstandig naamwoord
- mouthful [the ~] zelfstandig naamwoord

Bissen [die ~] zelfstandig naamwoord

die Bissen
the bites; the flesh-wounds; the teeth punctures
- bites [the ~] zelfstandig naamwoord
- flesh-wounds [the ~] zelfstandig naamwoord
- teeth punctures [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Bissen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bite	Bissen; Happen	Anbeißen; Biß; Knacks; Mundvoll
bite to eat	Bissen; Biß; Schnack; Zwischenmahlzeit
bites	Bissen	Bisse
fast food	Bissen; Biß; Schnack; Zwischenmahlzeit
flesh-wounds	Bissen
mouthful	Bissen; Happen	Mundvoll
snack	Bissen; Biß; Happen; Schnack; Zwischenmahlzeit	Delikatesse; Erfrischung; Erquickung; Feinkost; Imbiß; Köstlichkeit; Leckerbissen; Leckerei; Leckereien; Nascherei; Naschwerk; Süßigkeit; Süßigkeiten; etwas Süßes
teeth punctures	Bissen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bite		anbeißen; beißen; schneiden; zubeißen

Synoniemen voor "Bissen":

Brotzeit; Gabelfrühstück; Happen; Imbiss; Imbs; Jause; leichte Mahlzeit; Marende; Neinerln; Snack; Stärkung; Unternessen; Vesper; Znüni; Zvieri; Zwischenmahlzeit; Essen; Gericht; Mahl; Mahlzeit; Speise

Wiktionary: Bissen

Bissen

noun

die Menge einer festen Speise, die man auf einmal in den Mund nehmen beziehungsweise abbeißen kann
- Bissen → bite

Bissen

noun

mouthful
- bite → Bissen