Duits
Uitgebreide vertaling voor Bettler (Duits) in het Engels
Bettler:
-
der Bettler
-
der Bettler
-
die Bettler (Habenichts; Hungerleider)
Vertaal Matrix voor Bettler:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
beggar | Bettler | |
bourgeois | Bettler; Habenichts; Hungerleider | Spießbürger; Spießer; breite Masse |
common folk | Bettler; Habenichts; Hungerleider | breite Masse |
populace | Bettler; Habenichts; Hungerleider | Bewohner eines Hinterviertels; breite Masse |
rascal | Bettler | Bengel; Ekel; Ferkel; Flegel; Frechdachs; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Grobian; Halunke; Hundsfott; Hundsfötter; Iltis; Kriminelle; Lausbub; Lausbube; Lausejunge; Lump; Lumpenkerl; Lümmel; Nichtsnutz; Rabauke; Racker; Rotznase; Rüpel; Schalk; Schelm; Scherzbold; Scheusal; Schlauberger; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schuft; Schurke; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Straßenjunge; Strick; Strolch; Taugenichts; Verbrecher; Widerling; geriebeneKerl; verdammter Kerl; Übeltäter |
vagrants | Bettler | Dachlosen; Landstreicher; Vagabungen |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bourgeois | beschränkt; kleinbürgerlich |