Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Besetzung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Besetzung (Duits) in het Engels

Besetzung:

Besetzung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Besetzung (Eroberung)
    the occupation; the taking possession

Vertaal Matrix voor Besetzung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
occupation Besetzung; Eroberung Arbeit; Beruf; Besatzung; Beschäftigung; Besitzergreifung; Bewohnung; Einnahme; Einverleibung; Fach; Geschäft; Handelsbetrieb; Laden
taking possession Besetzung; Eroberung

Synoniemen voor "Besetzung":


Wiktionary: Besetzung

Besetzung
noun
  1. Gesamtheit der Künstler (Schauspieler, Musiker) eines Werkes
    • Besetzungcast
Besetzung
noun
  1. control of a country or region by a hostile army
  2. group of actors performing together

Cross Translation:
FromToVia
Besetzung occupation bezetting — toestand waarbij het grondgebied van een land wordt bestuurd door een ander land