Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal Beendung

Vertaal Beendung van Duits naar Engels

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Beendung:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Beendung (Duits) in het Engels

Beendung:

Beendung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Beendung (Abschluß; Ende; Beendigung)
    the conclusion; the termination; the ending; the end
    • conclusion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • termination [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ending [the ~] zelfstandig naamwoord
    • end [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Beendung (Ergänzung; Vollendung; Fertigstellung; Nachtrag)
    the completion; the fill up; the finishing

Vertaal Matrix voor Beendung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
completion Beendung; Ergänzung; Fertigstellung; Nachtrag; Vollendung Abschluß; Einigung; Ergänzung; Erledigung; Erweiterung; Fertigstellung; Nachtrag; Vollendung
conclusion Abschluß; Beendigung; Beendung; Ende Abschluß; Einigung; Endergebnis; Ergebnis; Erledigung; Feststellung; Folgerung; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Konklusion; Resultat; Schluß; Schlußbetrachtung; Schlußfolgerung; Schlüsse
end Abschluß; Beendigung; Beendung; Ende Ablauf; Abstand; Ausklang; Auslauf; Beschluß; Distanz; Ende; Endkampf; Endlauf; Endpunkt; Entfernung; Schluß
ending Abschluß; Beendigung; Beendung; Ende Ende; Schluß
fill up Beendung; Ergänzung; Fertigstellung; Nachtrag; Vollendung Ergänzung; Erweiterung; Nachtrag
finishing Beendung; Ergänzung; Fertigstellung; Nachtrag; Vollendung Abbauen; Absolvieren; Ausschaltung; Erledigung; Liquidierung; Schlachten; Vollenden
termination Abschluß; Beendigung; Beendung; Ende Ergebnis; Feststellung; Folgerung; Höhepunkt; Klimax; Konklusion; Orgasmus; Schluß; Schlußbetrachtung; Schlußfolgerung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
end Gespräch beenden; abbrechen; ablaufen; abmachen; abschließen; abstoppen; anhalten; aufhören; auflegen; beenden; begrenzen; beschließen; beschränken; bestimmen; eindämmen; einschränken; enden; entscheiden; erledigen; fertig bringen; fertigbringen; fertigkriegen; fertigmachen; fertigstellen; festlegen; festsetzen; geraten; halten; hingeraten; kommen; schließen; sstoppen; vereinbaren; vollenden; zu Ende gehen; zu Ende laufen
fill up Löcher stopfen; anfüllen; auffüllen; auftanken; ausfüllen; beifüllen; flicken; füllen; komplettieren; nachfüllen; nachschütten; nachtanken; stopfen; tanken; vervollständigen; vollgießen; zuschütten; zuwerfen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ending ablaufend; endend

Synoniemen voor "Beendung":


Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0246 seconde
Page rendered in 1.0 seconds