Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Becher:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Becher (Duits) in het Engels

Becher:

Becher [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Becher (Pokal; Gefäß)
    the goblet; the bowl
    • goblet [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bowl [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Becher (Tasse)
    the mug
    – with handle and usually cylindrical 1
    • mug [the ~] zelfstandig naamwoord
    the cup
    • cup [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Becher (Aktenmappe; Trinkbecher; Mappe; Diplomatenkoffer)
    the briefcase; the document case
  4. der Becher (Kanne)
    the jug
    • jug [the ~] zelfstandig naamwoord
    the mug
    – with handle and usually cylindrical 1
    • mug [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Becher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bowl Becher; Gefäß; Pokal Bassin; Becken; Bowle; Morgendämmerung; Morgenstunde; Wanne
briefcase Aktenmappe; Becher; Diplomatenkoffer; Mappe; Trinkbecher
cup Becher; Tasse; Trinkbecher Haarschnitt; Morgendämmerung; Morgenstunde; Trinkglas; Trophäe
document case Aktenmappe; Becher; Diplomatenkoffer; Mappe; Trinkbecher
goblet Becher; Gefäß; Pokal Kelch; Trinkglas
jug Becher; Kanne Flasche; Gießer; Kanne; Karaffe; Kohleneimer; Kohlenkasten; Krug; Krüge; Kännchen; Schenkkanne; Wasserkanne; Wärmflasche
mug Becher; Kanne; Tasse; Trinkbecher Fratze; Gesicht; Haarschnitt; Trinkglas; Visage

Synoniemen voor "Becher":


Wiktionary: Becher

Becher
noun
  1. (Trink-) Gefäß ohne Henkel
Becher
noun
  1. large cup
  2. vessel for drinking
  1. a constellation

Cross Translation:
FromToVia
Becher goblet gobeletvase à boire, rond, sans anse, et ordinairement sans pied, moins large et plus haut qu’une tasse.