Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Autoschlosser:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Autoschlosser (Duits) in het Engels

Autoschlosser:

Autoschlosser [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Autoschlosser (Automonteur; Automobilmechaniker; Automechaniker)
    the motor mechanic
    the mechanic; the auto-mechanic; the automobile mechanic; the car-mechanic
    – someone whose occupation is repairing and maintaining automobiles 1

Vertaal Matrix voor Autoschlosser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
auto-mechanic Automechaniker; Automobilmechaniker; Automonteur; Autoschlosser
automobile mechanic Automechaniker; Automobilmechaniker; Automonteur; Autoschlosser
car-mechanic Automechaniker; Automobilmechaniker; Automonteur; Autoschlosser
mechanic Automechaniker; Automobilmechaniker; Automonteur; Autoschlosser Mechaniker; Monteur; Reparateur; Schlosser
motor mechanic Automechaniker; Automobilmechaniker; Automonteur; Autoschlosser

Synoniemen voor "Autoschlosser":


Wiktionary: Autoschlosser

Autoschlosser
noun
  1. Kraftfahrzeug-Mechaniker QS Bedeutungen|unzureichend