Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Aussehen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Aussehen (Duits) in het Engels

Aussehen:

Aussehen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Aussehen (Ansicht; Äußere; Gestalt; )
    the appearance; the looks
    • appearance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • looks [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. Aussehen (Erscheinungsform; Gestalt; Erscheinung)
    the appearance; the exterior; the looks; the look
    • appearance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • exterior [the ~] zelfstandig naamwoord
    • looks [the ~] zelfstandig naamwoord
    • look [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. Aussehen (Äußere; Ansehen)
    the exterior; the appearance; the looks
    • exterior [the ~] zelfstandig naamwoord
    • appearance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • looks [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. Aussehen (Allüren; Statur; Ansicht; Erscheinung; Erscheinungsform)
    the allure; the appearance
  5. Aussehen (Gestalt; Äußere; Haltung)
    the appearance; the figure; the stature; the build
    • appearance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • figure [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stature [the ~] zelfstandig naamwoord
    • build [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Aussehen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allure Allüren; Ansicht; Aussehen; Erscheinung; Erscheinungsform; Statur
appearance Allüren; Ansehen; Ansicht; Aussehen; Erscheinung; Erscheinungsform; Gestalt; Haltung; Statur; Äußere Anblick; Ansicht; Augenscheinlichkeit; Erscheinen; Erscheinung; Erscheinungsbild; Erscheinungsform; Steigerung
build Aussehen; Gestalt; Haltung; Äußere Build; Erscheinen; Erscheinung; Figur; Gestalt; Grundgesetz; Konstituierung; Konstitution; Körperbau; Körperbeschaffentheit; Leibesbeschaffenheit; Positur; Statur; Verfassung; Wuchs
exterior Ansehen; Aussehen; Erscheinung; Erscheinungsform; Gestalt; Äußere Außenseite; Äußere
figure Aussehen; Gestalt; Haltung; Äußere Erscheinen; Erscheinung; Erscheinungsform; Figur; Form; Gebilde; Geck; Geist; Geisteskranke; Gestalt; Grundgesetz; Idiot; Irre; Irrsinnige; Konstituierung; Konstitution; Körperbau; Körperbeschaffentheit; Leibesbeschaffenheit; Mensch; Numerus; Nummer; Person; Positur; Rangnummer; Rohling; Schlappschwanz; Schwächling; Statur; Tollkopf; Verfassung; Verrückte; Vollidiot; Wahnsinnige; Wesen; Wuchs; Zahl; Ziffer
look Aussehen; Erscheinung; Erscheinungsform; Gestalt Augenaufschläge; Augenblicke; Ausdruck; Blick; Einblick; Gesichtsausdruck; Redensart; Redewendung; Sprichwort; ansicht; Äußerung
looks Ansehen; Ansicht; Aussehen; Erscheinung; Erscheinungsform; Gestalt; Statur; Äußere
stature Aussehen; Gestalt; Haltung; Äußere Bedeutung; Erscheinen; Erscheinung; Figur; Gestalt; Grundgesetz; Konstituierung; Konstitution; Körperbau; Körperbeschaffentheit; Leibesbeschaffenheit; Positur; Sinn; Statur; Tendenz; Tragweite; Verfassung; Wert; Wichigkeit; Wuchs
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allure Gunst erlangen; Gunst erwerben; anlocken; bestechen; bestricken; betören; bezaubern; entzücken; heranlocken; herauslocken; ködern; mitlocken; reizen; verführen; verleiten; verlocken; verzaubern
build anbauen; aufbauen; aufführen; aufheben; aufrichten; aufrücken; aufsetzen; aufstellen; aufziehen; ausbauen; bauen; begründen; erbauen; erheben; errichten; erstellen; etablieren; gründen; hissen; kompilieren; konstruieren; setzen; starten; steigen; wallen; zusammenschlagen
figure aufführen; auftreten; darbieten; darstellen; figurieren
look anblicken; anschauen; ansehen; ausschauen; aussehen; begucken; beleuchten; belichten; besehen; betrachten; beäugen; den Anschein haben; hinblicken; schauen; scheinen; sich ergeben; ähneln

Synoniemen voor "Aussehen":


Wiktionary: Aussehen

Aussehen
noun
  1. das Erscheinungsbild, das Äußere
Aussehen
plural
  1. appearance
noun
  1. physical appearance
  2. Semblance, or apparent likeness
  3. Personal presence, form or look

Cross Translation:
FromToVia
Aussehen air airmélange gazeux constituer l’atmosphère.
Aussehen speed; pace; velocity; appearance; aspect; look; sight; view; countenance; guise; respect allurefaçon d’aller, de marcher.
Aussehen expression; mien; look; air; appearance mineair qui résulter de la conformation extérieure de la personne, et principalement du visage.

Verwante vertalingen van Aussehen