Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Ausläufer:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausläufer (Duits) in het Engels

Ausläufer:

Ausläufer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Ausläufer (Böcke; Sessel; Reisig)
    the sprigs; the twigs
    • sprigs [the ~] zelfstandig naamwoord
    • twigs [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Ausläufer (Ranke; Sproß; Trieb)
    the tendril; the tendrils
    • tendril [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tendrils [the ~] zelfstandig naamwoord

Ausläufer [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Ausläufer (Böcke)
    the crocks; the crutches; the stools; the chairs; the perches
    • crocks [the ~] zelfstandig naamwoord
    • crutches [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stools [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chairs [the ~] zelfstandig naamwoord
    • perches [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ausläufer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chairs Ausläufer; Böcke Katheder; Sessel; Sitzbänke; Sitzplätze
crocks Ausläufer; Böcke
crutches Ausläufer; Böcke Krücken
perches Ausläufer; Böcke Krücken
sprigs Ausläufer; Böcke; Reisig; Sessel Reisig; Reisigholz; Setzlinge; Sprößlinge; Stecklinge
stools Ausläufer; Böcke
tendril Ausläufer; Ranke; Sproß; Trieb Sproß
tendrils Ausläufer; Ranke; Sproß; Trieb
twigs Ausläufer; Böcke; Reisig; Sessel Reisig; Reisigholz

Synoniemen voor "Ausläufer":