Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Aufmachen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Aufmachen (Duits) in het Engels

Aufmachen:

Aufmachen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Aufmachen (Öffnen)
    the opening up
  2. Aufmachen
    the opening; the unlocking

Vertaal Matrix voor Aufmachen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opening Aufmachen Absatzgebiet; Anfang; Anfangen; Aufschluß; Aussparung; Beginn; Einleitung; Einschnitt; Eröffnung; Freigabe; Kerbe; Kluft; Riß; Spalte; Start; Wake; Zwischenraum; Öffnung
opening up Aufmachen; Öffnen Ausdehnung; Erhöhung; Erweiterung; Vergrößerung
unlocking Aufmachen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
opening einführend

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Aufmachen