Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal Aufenthalt

Vertaal Aufenthalt van Duits naar Engels

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Aufenthalt:
- delay; postponement; suspension; stoppage; stop
Wiktionary:
- Aufenthalt → stay, layover, abode, sojourn, stop-over, stopover
- Aufenthalt → halt, stop, stoppage, stand, standstill, halting-place, baiting-place, stage, stopping-place, pull-up, staging-post, stay

Duits

Uitgebreide vertaling voor Aufenthalt (Duits) in het Engels

Aufenthalt:

Aufenthalt [der ~] zelfstandig naamwoord

der Aufenthalt (Aufschub; Ausstand)
the delay; the postponement; the suspension; the stoppage; the stop
- delay [the ~] zelfstandig naamwoord
- postponement [the ~] zelfstandig naamwoord
- suspension [the ~] zelfstandig naamwoord
- stoppage [the ~] zelfstandig naamwoord
- stop [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Aufenthalt:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
delay	Aufenthalt; Aufschub; Ausstand	Aufschub; Frist; Galgenfrist; Unterbrechung; Verschiebung; Vertagung; Verzögerung
postponement	Aufenthalt; Aufschub; Ausstand	Aufschub; Frist; Galgenfrist; Verschiebung; Vertagung; Verzögerung
stop	Aufenthalt; Aufschub; Ausstand	Halt; Haltestelle; Stillstand; Stop; Stopp
stoppage	Aufenthalt; Aufschub; Ausstand	Hemmung; Sperrung; Stagnation; Stau; Stauen; Stauung; Stillstand; Stockung; Verkehrsstauung; Verstopfung
suspension	Aufenthalt; Aufschub; Ausstand	Aufhängung; Aufschub; Aussetzung; Frist; Galgenfrist; Suspension; Unterbechung; Verschiebung; Vertagung; Verzögerung
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
delay		anhalten; aufhalten; aufschieben; ausrutschen; fallen; glitschen; grübeln; hemmen; hinausschieben; hinhalten; rutschen; schwanken; stocken; unschlüssig sein; unschlüssig warten; verspäten; verzögern; wanken; zaudern; zweifeln; zögern; zügern
stop		Blut stillen; Einhalt gebieten; abbremsen; abdichten; abhalten; abmachen; absetzen; abstellen; abstoppen; anhalten; aufhalten; aufhören; ausscheiden; aussetzen; beenden; behindern; beschließen; bestimmen; bremsen; dichten; einstellen; enden; entgegenarbeiten; entgegenwirken; entscheiden; etwas aufgeben; festfahren; festlegen; festsetzen; halten; hapern; hemmen; hindern; hinhalten; hintertreiben; isolieren; konterkarieren; schließen; sstoppen; stagnieren; stehenbleiben; stillen; stillsetzen; stocken; stopfen; stoppen; stutzen; vereinbaren; verspäten; verzichten; verzögern; zum Stillstand bringen; zurückhalten; zurücktreten

Synoniemen voor "Aufenthalt":

Aufenthaltsort; Sitz; Standort; Wohnort; Wohnsitz

Wiktionary: Aufenthalt

Aufenthalt

noun

das anwesend, das verweilen
- Aufenthalt → stay

Aufenthalt

noun

pause in a journey
- layover → Aufenthalt
stay or continuance in a place; sojourn
- abode → Aufenthalt
A short stay somewhere
- sojourn → Aufenthalt
Interruption in a journey
- stop-over → Zwischenstopp; Zwischenhalt; Zwischenlandung; Aufenthalt
interruption in a journey
- stopover → Zwischenstop; Zwischenlandung; Aufenthalt; Zwischenhalt

Cross Translation:

From	To	Via
• Aufenthalt	→ halt; stop; stoppage; stand; standstill; halting-place; baiting-place; stage; stopping-place; pull-up; staging-post	↔ halte — pause, station des gens de guerre dans leur marche.
• Aufenthalt	→ stay	↔ séjour — Demeure

Verwante vertalingen van Aufenthalt

Zwischen Aufenthalt