Duits

Uitgebreide vertaling voor Arrest (Duits) in het Engels

Arrest:

Arrest [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Arrest
    the decree
    • decree [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Arrest (Beschlagnahme; Pfändung; Beschlagnahmung)
    the seizure; the attachment
  3. der Arrest (Nachsitzen)
    the staying in after school; the stay behind

Vertaal Matrix voor Arrest:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
attachment Arrest; Beschlagnahme; Beschlagnahmung; Pfändung Anheften; Anheftung; Anhänglichkeit; Anlage; Befestigung; Festheften; Festheftung; Hingebung; Treue
decree Arrest Anordnung; Bekanntmachung; Beschluß; Bestimmung; Dekret; Erlaß; Maßnahme; Ratsbeschluß; Ratschluß; Regierungsbeschluß; Verfügung; Verordnung
seizure Arrest; Beschlagnahme; Beschlagnahmung; Pfändung Beschlagnahme; Herzinfarkt; Konfiszierung
stay behind Arrest; Nachsitzen
staying in after school Arrest; Nachsitzen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
decree ankündigen; ansagen; beauftragen; befehlen; bekanntmachen; etwas erlaßen; kommandieren; verlesen
stay behind hinterbleiben; zurückbleiben

Synoniemen voor "Arrest":


Wiktionary: Arrest

Arrest
noun
  1. Recht: Beschlagnahmung von Gütern
  2. Recht: eine Haft von kurzer Dauer
Arrest
noun
  1. confinement, as after an arrest

Cross Translation:
FromToVia
Arrest arrest; under arrest; apprehension; detention; custody arrestation — just|fr action d’arrêter quelqu’un pour l’emprisonner.