Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Aroma (Duits) in het Engels

Aroma:

Aroma [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Aroma (Geschmackszusatz)
    the scent; the aroma; the smell
    • scent [the ~] zelfstandig naamwoord
    • aroma [the ~] zelfstandig naamwoord
    • smell [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. Aroma (Geschmackszusatz)
    the flavouring; the seasoning; the flavoring
    • flavouring [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • seasoning [the ~] zelfstandig naamwoord
    • flavoring [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  3. Aroma (Geruch; Geschmack; Atem)
    the fragrance; the odour; the scent; the perfume; the bouquet; the smell; the odor
    • fragrance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • odour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • scent [the ~] zelfstandig naamwoord
    • perfume [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bouquet [the ~] zelfstandig naamwoord
    • smell [the ~] zelfstandig naamwoord
    • odor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  4. Aroma
    the spices; the seasonings; the condiments
  5. Aroma (Marinade; Erzeugung; Anfertigung; )
    the seasoning

Vertaal Matrix voor Aroma:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aroma Aroma; Geschmackszusatz
bouquet Aroma; Atem; Geruch; Geschmack Blume; Blumenstrauß; Blumenstück; Blümchen; Bukett; Busch; Duft; Strauß
condiments Aroma Gewürz; Würze
flavoring Aroma; Geschmackszusatz Geschmacksmacher; Geschmacksstoff; Gewürz; Gewürze; Würze
flavouring Aroma; Geschmackszusatz Geschmacksmacher; Geschmacksstoff; Gewürz; Gewürze; Würze
fragrance Aroma; Atem; Geruch; Geschmack Duftwasser; Geruchsstoff; Parfum; Riechwasser
odor Aroma; Atem; Geruch; Geschmack Gestank; Hauch
odour Aroma; Atem; Geruch; Geschmack Gestank; Hauch
perfume Aroma; Atem; Geruch; Geschmack Duftwasser; Geruchsstoff; Parfum; Riechwasser
scent Aroma; Atem; Geruch; Geschmack; Geschmackszusatz Duftwasser; Geruchsstoff; Gestank; Hauch; Parfum; Riechwasser
seasoning Anfertigung; Aroma; Erzeugung; Geschmackszusatz; Marinade; Verfertigung; Vorbereitung; Würze Geschmacksmacher; Gewürze
seasonings Aroma Kräuter; Würze
smell Aroma; Atem; Geruch; Geschmack; Geschmackszusatz Gestank; Hauch
spices Aroma Geschmacksmacher; Geschmacksstoff; Gewürz; Gewürze; Kräuter; Würze
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
scent merken; zu Ohren kommen
smell herumschnüffeln; riechen; spionieren; stinken

Synoniemen voor "Aroma":


Wiktionary: Aroma

Aroma
noun
  1. bestimmter (meist angenehmer) Geschmack
  2. bestimmter (meist angenehmer) Duft, Geruch
Aroma
noun
  1. a pleasant smell
  2. the specific taste or smell of something

Cross Translation:
FromToVia
Aroma flavour; aroma aroma — (aangename) geur van spijzen, dranken, genotmiddelen enz
Aroma aroma; flavour arômeprincipe odorant des fleurs et en général des substances végétales.