Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal Anziehung

Vertaal Anziehung van Duits naar Engels

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Anziehung:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Anziehung (Duits) in het Engels

Anziehung:

Anziehung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Anziehung
    the attraction; the charm; the temptation
  2. die Anziehung (Reiz; Verlockung)
    the attractiveness; the appeal
  3. die Anziehung (Auflauf; Zusammenlauf)
    the riot; the tumult; the revolt
    • riot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tumult [the ~] zelfstandig naamwoord
    • revolt [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Anziehung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
appeal Anziehung; Reiz; Verlockung Anmut; Antrag; Apell; Beschwerdeschrift; Bezauberung; Bitte; Bittschrift; Charme; Flehen; Forderung; Gebet; Gesuch; Rechtsmittel; Reiz; Verführung; Versuchung; Zauber; flehentliche Bitte
attraction Anziehung Attraktion; Aufmerksamkeit; Aufsehen; Interesse; Nummer
attractiveness Anziehung; Reiz; Verlockung Anmut; Bezauberung; Charme; Reiz; Verführung; Versuchung; Zauber
charm Anziehung Anmut; Attraktivität; Bezauberung; Charme; Eroberung; Erprobung; Experiment; Grazie; Kategorie; Lieblichkeit; Liebreiz; Prüfung; Reiz; Scharm; Süße; Verführung; Verleitung; Verlockung; Versuchung; Zauber; einnehmendes Wesen
revolt Anziehung; Auflauf; Zusammenlauf Auflauf; Auflehnung; Aufruhr; Aufstand; Empörung; Erhebung; Krawall; Rebellion; Schlägerei; Tumult; Volksaufstand; Volkserhebung; Widerstand
riot Anziehung; Auflauf; Zusammenlauf Auflauf; Auflehnung; Aufruhr; Aufstand; Empörung; Erhebung; Krawall; Rebellion; Schlägerei; Tumult; Unlust; Volksaufstand; Volkserhebung; Widerstand
temptation Anziehung Eroberung; Erprobung; Experiment; Prüfung; Verführung; Verleitung; Verlockendheit; Verlockung
tumult Anziehung; Auflauf; Zusammenlauf Andrang; Aufruhr; Beschäftigung; Betrieb; Betriebsamkeit; Emsigkeit; Gebrüll; Gedränge; Gedrängtheit; Geschäftigkeit; Geselligkeit; Getreibe; Getue; Getöse; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Krach; Lebendigkeit; Lebhaftigkeit; Lärm; Radau; Regsamkeit; Rummel; Rührigkeit; Skandal; Spektakel; Spuk; Strudel; Trara; Treiben; Trubel; Tumult; Umtrieb; reges Leben; starkeVerkehr
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
appeal Berufung einlegen; Versetz antragen; anfragen; ansuchen; antragen; appellieren; beantragen; beten; betteln; bitten; einen Antrag machen; ernennen; ersuchen; flehen; sich berufen
charm anlocken; beglücken; bestechen; bestricken; betören; bezaubern; charmieren; einschlagen; einwickeln; entzücken; erfreuen; freuen; gefallen; reizen; scharmieren; verführen; verleiten; verlocken; verzaubern; wickeln
revolt auflehnen; aufmucken; aufmucksen; empören; erheben; rebellieren; sich auf lehnen

Synoniemen voor "Anziehung":


Wiktionary: Anziehung

Anziehung
noun
  1. -
Anziehung
noun
  1. The tendency to attract
Cross Translation:
FromToVia
• Anziehung → attraction ↔ attraction — Action d’attirer (Sens général)
• Anziehung → attraction ↔ attraction — Ce qui attire

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0352 seconde
Page rendered in 1.0 seconds