Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Ansteller:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ansteller (Duits) in het Engels

Ansteller:

Ansteller [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Ansteller (Schauspieler; Possenspieler; Spaßvogel)
    the exagerator; the comedian; the affected person; the play-actor; the funny-man

Vertaal Matrix voor Ansteller:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affected person Ansteller; Possenspieler; Schauspieler; Spaßvogel
comedian Ansteller; Possenspieler; Schauspieler; Spaßvogel Clown; Komiker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Spaßvogel; Witzbold
exagerator Ansteller; Possenspieler; Schauspieler; Spaßvogel
funny-man Ansteller; Possenspieler; Schauspieler; Spaßvogel Komiker
play-actor Ansteller; Possenspieler; Schauspieler; Spaßvogel Komiker

Wiktionary: Ansteller


Cross Translation:
FromToVia
Ansteller exagerator aansteller — iemand die zich aanstelt