Ansprache in het Engels vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Ansprache:
- speech; address; statement; message; announcement; report; piece of news
Wiktionary:
- Ansprache → speech, allocution, address

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ansprache (Duits) in het Engels

Ansprache:

Ansprache [die ~] zelfstandig naamwoord

die Ansprache (Rede; Lesung; Konzert)
the speech; the address
- speech [the ~] zelfstandig naamwoord
- address [the ~] zelfstandig naamwoord
die Ansprache (Mitteilung; Meldung; Erwähnung; Bericht; Botschaft; Verzeichnung; Verlautbarung; Bekanntgabe; Bekanntmachung)
the statement; the message; the announcement; the report; the piece of news
- statement [the ~] zelfstandig naamwoord
- message [the ~] zelfstandig naamwoord
- announcement [the ~] zelfstandig naamwoord
- report [the ~] zelfstandig naamwoord
- piece of news [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ansprache:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
address	Ansprache; Konzert; Lesung; Rede	Adresse; Anschrift; E-Mail-Adresse; Hausadresse; Internet-E-Mail-Adresse; Wohnort; Wohnplatz; Wohnsitz
announcement	Ansprache; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Bericht; Botschaft; Erwähnung; Meldung; Mitteilung; Verlautbarung; Verzeichnung	Ankündigen; Ankündigung; Ansagen; Anzeige; Anzeigen; Ausruf; Ausrufung; Aussage; Aussprache; Ausspruch; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Benachrichtigung; Bericht; Darlegung; Erklärung; Information; Kundgebung; Meldung; Mitteilung; Nachricht; Schreiben; Verkündigung; Verlautbarung; Veröffentlichung; schriftliche Aufforderung
message	Ansprache; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Bericht; Botschaft; Erwähnung; Meldung; Mitteilung; Verlautbarung; Verzeichnung	Bericht; Blatt; Dokument; E-Mail; Illustrierte; Journal; Magazin; Meldung; Monatsheft; Monatsschrift; Nachricht; Neuigkeit; Wochenblatt; Zeitschrift
piece of news	Ansprache; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Bericht; Botschaft; Erwähnung; Meldung; Mitteilung; Verlautbarung; Verzeichnung	Bericht; Blatt; Illustrierte; Journal; Magazin; Meldung; Monatsheft; Monatsschrift; Nachricht; Neuigkeit; Wochenblatt; Zeitschrift
report	Ansprache; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Bericht; Botschaft; Erwähnung; Meldung; Mitteilung; Verlautbarung; Verzeichnung	Annotation; Anzeige; Aufführung; Aufsatz; Aufstellung; Aufzeichnung; Aufzählung; Benachrichtigung; Bericht; Berichterstattung; Blatt; Eintragung; Geschichte; Gutachten; Illustrierte; Information; Journal; Kommentar; Lesung; Liste; Magazin; Meinungsbericht; Meldung; Mitteilungen; Monatsheft; Monatsschrift; Nachricht; Neuigkeit; Notiz; Referat; Reportage; Strafmandat; Tabelle; Vermerk; Verzeichnis; Vorlesung; Vortrag; Wochenblatt; Zeitschrift
speech	Ansprache; Konzert; Lesung; Rede	Rede; Sprache; Wort
statement	Ansprache; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Bericht; Botschaft; Erwähnung; Meldung; Mitteilung; Verlautbarung; Verzeichnung	Angeben; Annotation; Anordnung; Anweisung; Anzeige; Anzeigen; Aufgabe; Aufstellung; Aufzeichnung; Aufzählung; Ausdruck; Aussage; Aussprache; Ausspruch; Auszug; Behauptung; Bekanntgabe; Bericht; Bestimmung; Bezeichnung; Darlegung; Eintragung; Erklärung; Feststellung; Finanzaufstellung; Formulierung; Information; Kontoauszug; Meinungsäußerung; Meldung; Mitteilung; Notiz; Redensart; Redewendung; Regel; Satzung; Setzung; Sprichwort; Strafmandat; These; Vermerk; Verordnung; behauptung; Äußerung
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
address		adressieren; ausschicken; einweisen; führen; geleiten; herüberschicken; hinweisen; hinüberschicken; leiten; lenken; schicken; senden; verweisen; weisen; überweisen
report		Geschichte erzählen; anbringen; anzeigen; austragen; bekanntgeben; benachrichtigen; berichten; deklamieren; denunzieren; erläutern; erzählen; informieren; melden; meldungmachen; mitteilen; petzen; reden; sagen; schildern; sprechen; verpfeifen; verraten; wiedergeben