Duits

Uitgebreide vertaling voor Angestellten (Duits) in het Engels

Angestellten:

Angestellten [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Angestellten (Personal; Bedienung)
    the employees; the personnel; the staff; the servants; the manpower
    • employees [the ~] zelfstandig naamwoord
    • personnel [the ~] zelfstandig naamwoord
    • staff [the ~] zelfstandig naamwoord
    • servants [the ~] zelfstandig naamwoord
    • manpower [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Angestellten (Personal; Arbeitskraft)
    the personnel; the employees; the work force; the crew

Angestellten [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Angestellten (Lenkung; Steuerung; Steuervorrichtung; Bewirtschaftung)
    the steering; the servants; the personnel; the manpower; the employees; the staff
  2. die Angestellten (Arbeitskraft; Personal)
    the manpower; the force
    • manpower [the ~] zelfstandig naamwoord
    • force [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Angestellten (Arbeitskräfte; Personal)
    the manpower
    • manpower [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Angestellten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crew Angestellten; Arbeitskraft; Personal Armee; Bemannung; Heer; Mannschaft; Schiffersvolk; Schiffs- und Flugpersonal; Truppe
employees Angestellten; Arbeitskraft; Bedienung; Bewirtschaftung; Lenkung; Personal; Steuerung; Steuervorrichtung
force Angestellten; Arbeitskraft; Personal Antrieb; Antriebskraft; Arbeitskraft; Armee; Aufdrängen; Gewalt; Heer; Heeresmacht; Kraft; Kriegsmacht; Landmacht; Landtruppen; Macht; Militär; Motor; Streitmacht; Stärke; Triebkraft
manpower Angestellten; Arbeitskraft; Arbeitskräfte; Bedienung; Bewirtschaftung; Lenkung; Personal; Steuerung; Steuervorrichtung Betriebsangehörige; Mitarbeiter; Mitarbeiterin
personnel Angestellten; Arbeitskraft; Bedienung; Bewirtschaftung; Lenkung; Personal; Steuerung; Steuervorrichtung
servants Angestellten; Bedienung; Bewirtschaftung; Lenkung; Personal; Steuerung; Steuervorrichtung Diener; Dienerinnen; Dienstbotinnen; Dienstmädchen; Haushaltshilfe; Haushaltspersonal; Hilfe im Haushalt; Mägde; Untertanen
staff Angestellten; Bedienung; Bewirtschaftung; Lenkung; Personal; Steuerung; Steuervorrichtung Kader; Personal; führendes Personal
steering Angestellten; Bewirtschaftung; Lenkung; Steuerung; Steuervorrichtung
work force Angestellten; Arbeitskraft; Personal Arbeitsfähigkeit; Arbeitskraft; Geschäftigkeit; Leistungsfähigkeit; Produktivität; Tatkraft; Tätigkeit; Vermögen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crew bemannen
force andringen; beauftragen; befehlen; dringen; durchführen; durchsetzen; erzwingen; forcieren; gebieten; genötigt sein zu; kommandieren; nötigen; pressen; zwingen; zwängen
staff bemannen