Duits

Uitgebreide vertaling voor Aneignen (Duits) in het Engels

Aneignen:

Aneignen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Aneignen (Stibitzen)
    the coaxing; the cadging; the wheedling; the sponging; the cajolery; the diddling; the obtaining by begging
  2. Aneignen (Anlernen)
    the acquiring; the learning

Vertaal Matrix voor Aneignen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acquiring Aneignen; Anlernen Abnahme; Akquisition; Ankauf; Aquisition; Erwerb; Erwerbung; Kauf
cadging Aneignen; Stibitzen Ablisten; Abschmeicheln; Abstauben; Betteln; Schmarotzertum; Schnorren
cajolery Aneignen; Stibitzen Ablisten; Abschmeicheln
coaxing Aneignen; Stibitzen Ablisten; Abschmeicheln
diddling Aneignen; Stibitzen Ablisten; Abschmeicheln
learning Aneignen; Anlernen Gelehrtheit; Kenntnis; Lernen; Sachverstand; Studieren; Wissen; Wissenserwerb
obtaining by begging Aneignen; Stibitzen Ablisten; Abschmeicheln
sponging Aneignen; Stibitzen Schmarotzertum
wheedling Aneignen; Stibitzen Ablisten; Abschmeicheln
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coaxing schleimerisch; schleimig; schmeichelhaft; schmeichlerisch
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wheedling schleimerisch; schleimig; schmeichlerisch

Verwante vertalingen van Aneignen