Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Anbauten (Duits) in het Engels

Anbauten:

Anbauten [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Anbauten
    the cultures
    • cultures [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Anbauten
    the annexes; the extensions

Anbauten [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Anbauten (Anbauen; Anbau; Fortpflanzung; )
    the cultivating; the growing; the raising; the breeding

Vertaal Matrix voor Anbauten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
annexes Anbauten
breeding Anbau; Anbauen; Anbauten; Fortpflanzung; Zucht; Züchte; Züchten; Züchtung Anbau; Fortpflanzung; Zucht; Züchten; Züchtung
cultivating Anbau; Anbauen; Anbauten; Fortpflanzung; Zucht; Züchte; Züchten; Züchtung Anbauen; Anpflanzen; Anpflanzung; Entwickeln; Fördern; Kultivieren; Zivilisieren
cultures Anbauten Kulturen
extensions Anbauten Ausbauten; Ausbreitungen
growing Anbau; Anbauen; Anbauten; Fortpflanzung; Zucht; Züchte; Züchten; Züchtung Anbau; Anbauen; Anpflanzen; Anpflanzung; Anschwellung; Ausdehnung; Zucht
raising Anbau; Anbauen; Anbauten; Fortpflanzung; Zucht; Züchte; Züchten; Züchtung Anfangen; Angehen; Anheben; Anstimmen; Aufheben; Aufhebung; Aufwerfen; Einsetzen; Emporwerfen; Hebung
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
growing anbauend; erzeugend; in zunehmendem Maße; mehr und mehr; wachsend; zunehmend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cultivating anbauend; erzeugend