Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Abstammung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abstammung (Duits) in het Engels

Abstammung:

Abstammung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Abstammung (Herkunft)
    the origin; the ancestry; the descent; the provenance; the source; the parentage; the birth
    • origin [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ancestry [the ~] zelfstandig naamwoord
    • descent [the ~] zelfstandig naamwoord
    • provenance [the ~] zelfstandig naamwoord
    • source [the ~] zelfstandig naamwoord
    • parentage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • birth [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Abstammung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ancestry Abstammung; Herkunft
birth Abstammung; Herkunft Entbindung; Geburt
descent Abstammung; Herkunft Abstammen; Abstieg; Gefälle; Neigung; Neigungswinkel
origin Abstammung; Herkunft Ursprung
parentage Abstammung; Herkunft
provenance Abstammung; Herkunft
source Abstammung; Herkunft Datenquelle; Flußquelle; Quelle; Quellenanbieter; Ursprung

Synoniemen voor "Abstammung":


Wiktionary: Abstammung

Abstammung
noun
  1. Biologie: die Herkunft von Organismen bezüglich der evolutionären Stammesentwicklung und die Weitergabe von Erbanlagen
Abstammung
noun
  1. the descent of a person, family, or group from an ancestor or ancestors