Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal Absicht

Vertaal Absicht van Duits naar Engels

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Absicht:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Absicht (Duits) in het Engels

Absicht:

Absicht [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Absicht (Vorsatz; Plan; Vorhaben; Entschluß)
    the intention; the will; the wish
    • intention [the ~] zelfstandig naamwoord
    • will [the ~] zelfstandig naamwoord
    • wish [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Absicht (Intention; Vorsatz; Ziel; Zweck; Endzweck)
    the intention; the aim; the goal; the design; the idea
    • intention [the ~] zelfstandig naamwoord
    • aim [the ~] zelfstandig naamwoord
    • goal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • design [the ~] zelfstandig naamwoord
    • idea [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Absicht (Meinung; Standpunkt; Überzeugung; )
    the opinion; the view; the notion; the idea
    • opinion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • view [the ~] zelfstandig naamwoord
    • notion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • idea [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. die Absicht (Tor bei einem Fußballspiel; Zweck; Ziel; Zielscheibe; Endziel)
    the goal post
  5. die Absicht (Augenmerk)
    the goal; the intention; the objective
    • goal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • intention [the ~] zelfstandig naamwoord
    • objective [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. die Absicht (Plan)
    the goal; the objective; the scheme; the intention
    • goal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • objective [the ~] zelfstandig naamwoord
    • scheme [the ~] zelfstandig naamwoord
    • intention [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Absicht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aim Absicht; Endzweck; Intention; Vorsatz; Ziel; Zweck Ziel; Zielpunkt; Zielscheibe
design Absicht; Endzweck; Intention; Vorsatz; Ziel; Zweck Dessin; Formgebung; Gestaltung; Motiv; Muster; Zeichnung
goal Absicht; Augenmerk; Endzweck; Intention; Plan; Vorsatz; Ziel; Zweck Abstoß; Anstoß; Tor; Treffer; Ziel; Zielsetzung; Zweck
goal post Absicht; Endziel; Tor bei einem Fußballspiel; Ziel; Zielscheibe; Zweck
idea Absicht; Anschauung; Anschauungsweise; Ansicht; Auffassung; Denkweise; Eindruck; Endzweck; Entscheidung; Glaube; Intention; Meinung; Standpunkt; Urteil; Vorsatz; Vorstellung; Wertung; Ziel; Zweck; Überzeugung Anschauung; Anschauungsweise; Ansicht; Ansichtsweise; Auffassung; Begriff; Begriffsvermögen; Bewußtsein; Blickpunkt; Denkweise; Eindruck; Eindrücke; Einfall; Einfälle; Eingebung; Einsicht; Erkennen; Erkenntnis; Erkennung; Fassungsvermögen; Gedanke; Gedächtnis; Gesichtspunkt; Gesinnung; Idee; Intellekt; Meinung; Meinungsäußerung; Planung; Sicht; Standpunkt; Vernunft; Verstand; Vorstellung; Überzeugung
intention Absicht; Augenmerk; Endzweck; Entschluß; Intention; Plan; Vorhaben; Vorsatz; Ziel; Zweck Bedeutung; Inhalt; Planung; Sinn; Ziel; Zielsetzung; Zweck
notion Absicht; Anschauung; Anschauungsweise; Ansicht; Auffassung; Denkweise; Eindruck; Entscheidung; Glaube; Meinung; Standpunkt; Urteil; Vorstellung; Wertung; Überzeugung Ahnung; Anschauung; Anschauungsweise; Ansicht; Ansichtsweise; Auffassung; Begriff; Begriffsvermögen; Bewußtsein; Blickpunkt; Denkweise; Eindruck; Eindrücke; Einfall; Einfälle; Eingebung; Einsicht; Erkennen; Erkenntnis; Erkennung; Fassungsvermögen; Gedanke; Gedächtnis; Gesichtspunkt; Gesinnung; Idee; Intellekt; Intelligenz; Klugheit; Meinung; Sicht; Standpunkt; Vernunft; Verstand; Verstehen; Vorstellung; Überzeugung
objective Absicht; Augenmerk; Plan Bestimmung; Endziel; Endzweck; Planung; Reisebestimmung; Ziel; Zielsetzung; Zweck
opinion Absicht; Anschauung; Anschauungsweise; Ansicht; Auffassung; Denkweise; Eindruck; Entscheidung; Glaube; Meinung; Standpunkt; Urteil; Vorstellung; Wertung; Überzeugung Anschauung; Anschauungsweise; Ansicht; Ansichtsweise; Auffassung; Betreff; Blickpunkt; Blickwinkel; Denkweise; Eindruck; Eindrücke; Einsicht; Fall; Gedanke; Gesichtspunkt; Gesichtswinkel; Gesinnung; Hinsicht; Idee; Meinung; Meinungsäußerung; Sache; Standpunkt; Stellungnahme; Streitfrage; Vorstellung; Warte; Zeitpunkt; kleinePunkt; Überzeugung
scheme Absicht; Plan Farbschema; Planung; Schema; System; Ziel; Zielsetzung; Zweck
view Absicht; Anschauung; Anschauungsweise; Ansicht; Auffassung; Denkweise; Eindruck; Entscheidung; Glaube; Meinung; Standpunkt; Urteil; Vorstellung; Wertung; Überzeugung Anschauung; Anschauungsweise; Ansicht; Ansichtsweise; Aspekt; Auffassung; Ausblick; Aussicht; Besichtigung; Betreff; Blick; Blickpunkt; Blickwinkel; Denkweise; Eindruck; Eindrücke; Einsicht; Fall; Fernsicht; Gedanke; Gesichtspunkt; Gesichtswinkel; Gesinnung; Guckloch; Gucklöcher; Hinsicht; Idee; Inspektion; Meinung; Meinungsäußerung; Panorama; Sache; Sicht; Standpunkt; Streitfrage; Vorstellung; Warte; Zeitpunkt; ansicht; kleinePunkt; Überzeugung
will Absicht; Entschluß; Plan; Vorhaben; Vorsatz Testament; Vermächtnis
wish Absicht; Entschluß; Plan; Vorhaben; Vorsatz Begehren; Begierde; Gier; Verlangen; Wunsch; letzter Wille; letzter Wünsch
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aim ausrichten; richten; visieren; zielen
design anfertigen; bilden; entstehen; entwerfen; entwickeln; erfinden; erschaffen; erzeugen; fabrizieren; formen; gestalten; herstellen; hervorbringen; ins Leben rufen; konstruieren; konzipieren; kreieren; machen; produzieren; schaffen; schöpfen; skizzieren; tun; verfertigen
scheme intrigieren
view anblicken; anschauen; ansehen; anzeigen; beobachten; beschauen; besichtigen; betrachten; examinieren; gucken; inspizieren; kontrollieren; mustern; observieren; prüfen; schauen; sehen; sich anschauen; sich ansehen; wahrnehmen
will begehren; erwarten; herbeisehnen; hoffen; werden; wünschen
wish begehren; erwarten; herbeisehnen; hoffen; möchten; wollen; wünschen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
objective dienstlich; dürr; geschäftlich; kalt; nüchtern; objektiv; sachlich; unbestechlich; unparteiisch

Synoniemen voor "Absicht":


Wiktionary: Absicht

Absicht
noun
  1. Grund für eine Handlung
  2. Recht: besondere Form des Vorsatzes im Strafrecht, die sich dadurch auszeichnet, dass es dem Täter auf den Erfolg ankommt
  3. geplante noch nicht abgeschlossene Handlung
Absicht
noun
  1. inclination; intention; disposition
  2. course intended to follow
  3. a purpose; something that is intended
  4. intention
Cross Translation:
FromToVia
• Absicht → intention ↔ bedoeling — het doel van een actie, dat wat men wil gaan doen of wil bereiken
• Absicht → intention; plan; intent; aim; goal; purpose; target; butt; end; objective ↔ dessein — Intention d’exécuter quelque chose (sens général)
• Absicht → intention ↔ intention — Mouvement de l’âme par lequel on tend à quelque fin
• Absicht → discussion; insinuation; proposal; intention; plan; intent; purpose ↔ propos — parole échanger dans la conversation.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Absicht







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0471 seconde
Page rendered in 1.0 seconds