Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal Abheben

Vertaal Abheben van Duits naar Engels

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Abheben:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Abheben (Duits) in het Engels

Abheben:

Abheben [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abheben (Aufstieg)
    the take-off
    • take-off [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. Abheben (Aufgehen; Steigen; Ansteigen)
    the increase; the rise; the ascent; the rising; the uplift; the going up
    • increase [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rise [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ascent [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rising [the ~] zelfstandig naamwoord
    • uplift [the ~] zelfstandig naamwoord
    • going up [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. Abheben (Anfordern; Abtrennen; Abtreten)
    the request; the claim
    • request [the ~] zelfstandig naamwoord
    • claim [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Abheben:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ascent Abheben; Ansteigen; Aufgehen; Steigen Ansteigung; Besteigung; Emporsteigen; Entwicklung; Ersteigung; Fortgang; Fortgänge; Fortschritt; Hinaufsteigen; Progression; Verlauf; Wachstum; Zunahme
claim Abheben; Abtrennen; Abtreten; Anfordern Anfrage; Angeben; Anpruch geltend machen auf; Anspruch; Antrag; Begehren; Bitte; Forderung; Gesuch; Klage; Rechtstitel; Schadenersatzanspruch; Schadenersatzklage; Schuldforderung; behauptung
going up Abheben; Ansteigen; Aufgehen; Steigen
increase Abheben; Ansteigen; Aufgehen; Steigen Ansteigen; Ansteigung; Anwachsen; Anwuchs; Ausbreitung; Ausdehnung; Entwicklung; Erhöhung; Erweiterung; Expansion; Fortgang; Fortgänge; Fortschritt; Lagerzugang; Multiplikation; Progression; Vergrößerung; Verlauf; Vermehrung; Vervielfachung; Wachstum; Zugang; Zunahme; Zuwachs
request Abheben; Abtrennen; Abtreten; Anfordern Anforderung; Anfrage; Angebot; Antrag; Begehren; Bitte; Flehen; Gebet; Gesuch; HTTP-Anforderung; Interpellation; Vorschlag; flehentliche Bitte
rise Abheben; Ansteigen; Aufgehen; Steigen Ansteigen; Ansteigung; Anwachsen; Anwuchs; Fortschritt; Vermehrung; Wachstum; Zunahme; Zuwachs; kleine Höhe
rising Abheben; Ansteigen; Aufgehen; Steigen Anschwellen; Anschwellung; Anwachsen; Ausdehnung; Emporkommen; Hinaufkommen; Schwellen; Sich erheben; Steigen
take-off Abheben; Aufstieg
uplift Abheben; Ansteigen; Aufgehen; Steigen Fortschritt; Wachstum; Zunahme
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ascent anschwellen; ansteigen; aufgehen; aufstehen; aufstocken; ausbreiten; ausdehnen; ausweiten; emporkommen; gehen; sicher heben; steigern; treiben; vergrößern; vermehren; zunehmen
claim Anspruch machen auf; anfordern; anfragen; beantragen; einfordern; einklagen; einziehen; erheben; fordern; kommandieren; verlangen
increase abheben; akzelerieren; angehen; anlaufen; anschwellen; ansteigen; anwachsen; anziehen; aufbrechen; aufführen; aufhäufeln; aufhäufen; aufrücken; aufstauben; aufsteigen; aufstocken; aufwallen; aufwehen; aufwerfen; aufwirbeln; aufziehen; ausbauen; ausbreiten; ausdehnen; ausweiten; davontragen; einläuten; einschnauben; einschnupfen; emporsteigen; ergänzen; erheben; erhöhen; errichten; ersteigen; erwachsen werden; erweitern; heben; heranwachsen; heraufkommen; heraufsteigen; herausquellen; hinaufgehen; hinaufkommen; hinaufsteigen; hissen; hochkrempeln; hochsteigen; hochziehen; im Anziehen steigen; sich vermehren; sichheben; sprudeln; starten; steigen; steigern; verbreiten; vergrößern; verkehren; vermehren; verwirken; wallen; zunehmen
request anfordern; anfragen; ansuchen; beantragen; beten; betteln; bitten; einen Antrag machen; ersuchen; flehen; fragen
rise abheben; akzelerieren; angehen; anlaufen; anschwellen; ansteigen; anwachsen; anziehen; aufbrechen; aufführen; aufgehen; aufrücken; aufsprudeln; aufstauben; aufstehen; aufsteigen; aufstocken; aufwachsen; aufwallen; aufwehen; aufwerfen; aufwirbeln; aufziehen; ausbreiten; ausdehnen; ausweiten; befördert werden; davontragen; einläuten; einschnauben; einschnupfen; emporkommen; emporragen; emporsteigen; erheben; errichten; ersteigen; gehen; heben; heranwachsen; heraufkommen; heraufsteigen; herausquellen; hervorquellen; hervorsprudeln; hinaufgehen; hinaufkommen; hinauflaufen; hinaufsteigen; hinausragen; hissen; hochkrempeln; hochsteigen; hochziehen; im Anziehen steigen; schwellen; sich erheben; sicher heben; sichheben; sprudeln; starten; steigen; steigern; treiben; vergrößern; verkehren; vermehren; verwirken; wachsen; wallen; zunehmen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rising ansteigend; aufgehend; steigend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
going up ansteigend; steigend

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Abheben







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0448 seconde
Page rendered in 1.0 seconds