Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
- Abgrenzung:
-
Wiktionary:
- Abgrenzung → distinction, disassociation, delimitation, demarcation, bound
Duits
Uitgebreide vertaling voor Abgrenzung (Duits) in het Engels
Abgrenzung:
-
die Abgrenzung (Abgrenzen; Abzäunen; Abstecken)
the fencing off
Vertaal Matrix voor Abgrenzung:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fencing off | Abgrenzen; Abgrenzung; Abstecken; Abzäunen |
Synoniemen voor "Abgrenzung":
Wiktionary: Abgrenzung
Abgrenzung
noun
Abgrenzung
-
der Akt des unterscheiden
- Abgrenzung → distinction
-
übertragen: verbale Distanzierung
- Abgrenzung → disassociation
-
das erstellen von Grenzen
- Abgrenzung → delimitation
noun
-
strictly defined separation
-
-
-
boundary, border of territory