Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abbrechen (Duits) in het Engels

Abbrechen:

Abbrechen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abbrechen (Abbestellen)
    the cancellation; the cancelling
  2. Abbrechen (Wegbrechen)
    the demolition; the breaking-up
  3. Abbrechen (Demontage; Abriß; Abreißen)
    the dismantling

Abbrechen werkwoord

  1. Abbrechen
    the Cancel
    – A button that stops the task in progress and returns to the previous state. 1
    • Cancel [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Abbrechen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Cancel Abbrechen
breaking-up Abbrechen; Wegbrechen
cancellation Abbestellen; Abbrechen Abblasen; Absage; Annulieren; Annullierung; Aufheben; Aufhebung; Ausstrich; Nichtigkeitserklärung; Stornierung; Streichung; Ungültigkeitserklärung; Widerruf; Widerrufung; Zurücknahme
cancelling Abbestellen; Abbrechen
demolition Abbrechen; Wegbrechen Abbruch; Abreißen; Abriß; Abtakelung; Demontage; Verheerung; Verschrottung; Verwüstung; Zerstörung
dismantling Abbrechen; Abreißen; Abriß; Demontage Abtakelung

Computer vertaling door derden: