Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor verraten (Duits) in het Engels

verraten:

verraten werkwoord

  1. verraten (ausplaudern; ausschwatzen; ausplappern)
    to tip the scales; to blurt out; to blab; to let slip out
    • tip the scales werkwoord (tips the scales, tipped the scales, tipping the scales)
    • blurt out werkwoord (blurts out, blurted out, blurting out)
    • blab werkwoord (blabs, blabbed, blabbing)
    • let slip out werkwoord (lets slip out, let slip out, letting slip out)
  2. verraten (ausposaunen; mitteilen; verpfeifen; )
    to reveal; to squeal; to disclose; to blab; to give away; to inform against
    • reveal werkwoord (reveals, revealed, revealing)
    • squeal werkwoord (squeals, squealled, squealling)
    • disclose werkwoord (discloses, disclose, disclosing)
    • blab werkwoord (blabs, blabbed, blabbing)
    • give away werkwoord (gives away, gave away, giving away)
    • inform against werkwoord (informs against, informed against, informing against)
  3. verraten (anbringen; anzeigen; petzen; )
    to reveal; to denounce; peach; to disclose; to give away; to report; to squeal; to inform against; to tell tales
    • reveal werkwoord (reveals, revealed, revealing)
    • denounce werkwoord (denounces, denounced, denouncing)
    • peach werkwoord
    • disclose werkwoord (discloses, disclose, disclosing)
    • give away werkwoord (gives away, gave away, giving away)
    • report werkwoord (reports, reported, reporting)
    • squeal werkwoord (squeals, squealled, squealling)
    • inform against werkwoord (informs against, informed against, informing against)
    • tell tales werkwoord (tells tales, told tales, telling tales)
  4. verraten (anzeigen; verpfeifen; petzen)
    to betray; to squeak; to inform against; peach; to squeal; to give away
    • betray werkwoord (betraies, betrayed, betraying)
    • squeak werkwoord (squeaks, squeaked, squeaking)
    • inform against werkwoord (informs against, informed against, informing against)
    • peach werkwoord
    • squeal werkwoord (squeals, squealled, squealling)
    • give away werkwoord (gives away, gave away, giving away)

verraten bijvoeglijk naamwoord

  1. verraten (verpetzt; ausgeplaudert)
    blabbed

Vertaal Matrix voor verraten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
give away Weggeben
peach Freund; Freundin; Geliebte; Geliebter; Herzchen; Herzenskind; Lieb; Liebchen; Liebe; Liebhaber; Liebling; Liebste; Pfirsich; Schatz; Schätzchen; entzückende Kind; niedliche Kind; süße Kind
report Annotation; Ansprache; Anzeige; Aufführung; Aufsatz; Aufstellung; Aufzeichnung; Aufzählung; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Benachrichtigung; Bericht; Berichterstattung; Blatt; Botschaft; Eintragung; Erwähnung; Geschichte; Gutachten; Illustrierte; Information; Journal; Kommentar; Lesung; Liste; Magazin; Meinungsbericht; Meldung; Mitteilung; Mitteilungen; Monatsheft; Monatsschrift; Nachricht; Neuigkeit; Notiz; Referat; Reportage; Strafmandat; Tabelle; Verlautbarung; Vermerk; Verzeichnis; Verzeichnung; Vorlesung; Vortrag; Wochenblatt; Zeitschrift
squeak Pfeifton; Piepton
squeal Ausruf; Ruf; Schrei
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
betray anzeigen; petzen; verpfeifen; verraten Vertrauen mißbrauchen; beschämen; enttäuschen
blab angeben; anzeigen; ausplappern; ausplaudern; ausposaunen; ausschwatzen; austragen; denunzieren; herumerzählen; mitteilen; petzen; stecken; verpfeifen; verraten; weitererzählen; zubringen; zutragen ausdrücken; ausposaunen; austragen; babbeln; bemerken; berichten; brabbeln; deklamieren; denunzieren; dummes Zeug verkaufen; durchsagen; eine Aussage machen; erzählen; faseln; geifern; herausplappern; herausplatzen; herumerzählen; hinterbringen; klatschen; kommunizieren; konversieren; petzen; plappern; plaudern; quasseln; quatschen; reden; sabbeln; sabbern; sagen; schnattern; schwafeln; schwatzen; schwätzen; sprechen; tratschen; trielen; weitererzählen; äußern; übertragen
blurt out ausplappern; ausplaudern; ausschwatzen; verraten herausplappern; herausplatzen
denounce anbringen; anzeigen; denunzieren; mitteilen; petzen; verpfeifen; verraten ablehnen; abschlagen; abweisen; anklagen; ausschlagen; bestrafen; ermahnen; rügen; schelten; schlecht bekannt machen; schlecht vorstellen; tadeln; verketzern; verweisen; verwerfen; warnen; zurechtweisen; zurückweisen
disclose anbringen; angeben; anzeigen; ausposaunen; austragen; denunzieren; herumerzählen; mitteilen; petzen; stecken; verpfeifen; verraten; weitererzählen; zubringen; zutragen entdecken; entpuppen
give away anbringen; angeben; anzeigen; ausposaunen; austragen; denunzieren; herumerzählen; mitteilen; petzen; stecken; verpfeifen; verraten; weitererzählen; zubringen; zutragen Verzeihung gewären; ausgeben; auspacken; ausplaudern; geben; hergeben; schenken; vergeben; verheiraten mit; vermählen; verzeihen; weggeben
inform against anbringen; angeben; anzeigen; ausposaunen; austragen; denunzieren; herumerzählen; mitteilen; petzen; stecken; verpfeifen; verraten; weitererzählen; zubringen; zutragen
let slip out ausplappern; ausplaudern; ausschwatzen; verraten herausplappern; herausplatzen
peach anbringen; anzeigen; denunzieren; mitteilen; petzen; verpfeifen; verraten
report anbringen; anzeigen; denunzieren; mitteilen; petzen; verpfeifen; verraten Geschichte erzählen; anzeigen; austragen; bekanntgeben; benachrichtigen; berichten; deklamieren; erläutern; erzählen; informieren; melden; meldungmachen; mitteilen; reden; sagen; schildern; sprechen; wiedergeben
reveal anbringen; angeben; anzeigen; ausposaunen; austragen; denunzieren; herumerzählen; mitteilen; petzen; stecken; verpfeifen; verraten; weitererzählen; zubringen; zutragen auflösen; ausfindig machen; entdecken; enthüllen; entschleiern; erleuchten; eröffnen; freigeben; herausbekommen; herausbringen; hervorbringen; hinterkommen; kundgeben; offenbaren; sich entpuppen als; vorführen; vorweisen; öffnen
squeak anzeigen; petzen; verpfeifen; verraten knarren; piepsen; quietschen
squeal anbringen; angeben; anzeigen; ausposaunen; austragen; denunzieren; herumerzählen; mitteilen; petzen; stecken; verpfeifen; verraten; weitererzählen; zubringen; zutragen bellen; brüllen; herausschreien; heulen; kläffen; kreischen; sich kranklachen; sich totlachen; weinen
tell tales anbringen; anzeigen; denunzieren; mitteilen; petzen; verpfeifen; verraten brüllen; heulen; hinterbringen; kreischen; weinen
tip the scales ausplappern; ausplaudern; ausschwatzen; verraten
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blabbed ausgeplaudert; verpetzt; verraten

Synoniemen voor "verraten":

  • ans Messer liefern; Verrat begehen

Wiktionary: verraten

verraten
verb
  1. jmd. verraten: arglistig Partei wider jemanden ergreifen, zu dem man in einem Loyalitätsverhältnis steht
verraten
verb
  1. to disclose a secret
  2. to deliver into the hands of an enemy

Cross Translation:
FromToVia
verraten betray verraden — een geheim prijsgeven
verraten betray trahir — Faire une perfidie à quelqu’un ; lui manquer de foi.