Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: raten

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: raten

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. raten:
  2. Raten:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor raten (Duits) in het Engels

raten:

raten werkwoord (rate, rätst, rät, riet, rietet, geraten)

  1. raten (vorschlagen; suggerieren; zuraten; )
    to advise; to suggest
    • advise werkwoord (advises, advised, advising)
    • suggest werkwoord (suggests, suggested, suggesting)
  2. raten (empfehlen; konsultieren)
    to recommend; to advise; to suggest
    • recommend werkwoord (recommends, recommended, recommending)
    • advise werkwoord (advises, advised, advising)
    • suggest werkwoord (suggests, suggested, suggesting)
  3. raten (empfehlen; vortragen; vorschlagen; vorbringen)
    to recommend; to nominate; to suggest; to propose; to consider; to present; to advise; to elect; appoint
    • recommend werkwoord (recommends, recommended, recommending)
    • nominate werkwoord (nominates, nominated, nominating)
    • suggest werkwoord (suggests, suggested, suggesting)
    • propose werkwoord (proposes, proposed, proposing)
    • consider werkwoord (considers, considered, considering)
    • present werkwoord (presents, presented, presenting)
    • advise werkwoord (advises, advised, advising)
    • elect werkwoord (elects, elected, electing)
    • appoint werkwoord
  4. raten (einflüstern; vorschlagen; anregen; )
    to prompt; to whisper; whisper in someone's ear
  5. raten (zuflüstern)
    to prompt; to suggest
    • prompt werkwoord (prompts, prompted, prompting)
    • suggest werkwoord (suggests, suggested, suggesting)

Conjugations for raten:

Präsens
  1. rate
  2. rätst
  3. rät
  4. raten
  5. ratt
  6. raten
Imperfekt
  1. riet
  2. rietst
  3. riet
  4. rieten
  5. rietet
  6. rieten
Perfekt
  1. habe geraten
  2. hast geraten
  3. hat geraten
  4. haben geraten
  5. habt geraten
  6. haben geraten
1. Konjunktiv [1]
  1. rate
  2. ratest
  3. rate
  4. raten
  5. ratet
  6. raten
2. Konjunktiv
  1. riete
  2. rietest
  3. riete
  4. rietenn
  5. rietet
  6. rieten
Futur 1
  1. werde raten
  2. wirst raten
  3. wird raten
  4. werden raten
  5. werdet raten
  6. werden raten
1. Konjunktiv [2]
  1. würde raten
  2. würdest raten
  3. würde raten
  4. würden raten
  5. würdet raten
  6. würden raten
Diverses
  1. rat!
  2. ratet!
  3. raten Sie!
  5. geraten
  6. ratend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor raten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
present Geschenk; Kleinigkeit; Präsent
prompt Ansage; Eingabeaufforderung; Gedächtnisstütze; Telefonansage
whisper Flüstern; Geflüster
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
advise anregen; ausmachen; bestimmen; empfehlen; ermessen; konsultieren; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorbringen; vorschlagen; vortragen; zuraten; überschlagen advisieren; anpreisen; einen Rat geben
appoint empfehlen; raten; vorbringen; vorschlagen; vortragen benennen; einsetzen; einstellen; ernennen
consider empfehlen; raten; vorbringen; vorschlagen; vortragen Sitzung halten; abwägen; achten; ausmachen; aussetzen; bedenken; beraten; beratschlagen; beschauen; bestimmen; betrachten; denken; eine Versammlung abhalten; einen der Schlag treffen können; ermessen; ernennen; erwägen; grübeln; gucken; halten für; im Auge haben; konferieren; nachdenken; reflektieren; schätzen; sich beraten; sichberaten; sinnen; spekulieren; tagen; taxieren; veranschlagen; verschonen; überdenken; überlegen; überschlagen
elect empfehlen; raten; vorbringen; vorschlagen; vortragen
nominate empfehlen; raten; vorbringen; vorschlagen; vortragen benennen; beschauen; betrachten; einbringen; einsetzen; entgegenbringen; entgegenhalten; entgegnen; ernennen; gucken; im Auge haben; spekulieren; vorbringen; vorschlagen
present empfehlen; raten; vorbringen; vorschlagen; vortragen anbieten; aufgeführt werden; aufweisen; ausstellen; belegen; beschenken; beweisen; darbieten; einbringen; einreichen; entgegenbringen; entgegenhalten; entgegnen; erweisen; nachweisen; präsentieren; sehen lassen; unterstützen; vorbringen; vorlegen; vorschlagen; vorweisen; vorzeigen; zeigen; zur Schau stellen; zuteilen
prompt anregen; antreiben; aufjagen; einflüstern; eingeben; einhelfen; forttreiben; nötigen; prophezeien; raten; soufflieren; suggerieren; vorhersagen; vorsagen; vorschlagen; vorsichhertreiben; vorwärtstreiben; zuflüstern; zuraten ankurbeln; anregen; aufmuntern; aufmöbeln; aufpolieren; begeistern; einflüstern; eingeben; ermuntern; ermutigen; inspirieren; reizen; stimulieren; suggerieren; verbessern; vorsagen; zusprechen
propose empfehlen; raten; vorbringen; vorschlagen; vortragen auffassen; aufnehmen; aufwerfen; auslegen; betrachten; deuten; einbringen; entgegenbringen; entgegenhalten; entgegnen; interpretieren; unterbreiten; vorbringen; vorlegen; vorschlagen; vorsetzen; vorweisen; zur Rede bringen
recommend empfehlen; konsultieren; raten; vorbringen; vorschlagen; vortragen advisieren; anempfelen; anpreisen; einen Rat geben; empfehlen
suggest anregen; ausmachen; bestimmen; empfehlen; ermessen; konsultieren; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorbringen; vorschlagen; vortragen; zuflüstern; zuraten; überschlagen aufwerfen; bedeuten; darstellen; einen Vorschlag machen; suggerieren; vorschlagen; zur Rede bringen
whisper anregen; antreiben; aufjagen; einflüstern; eingeben; einhelfen; forttreiben; nötigen; prophezeien; raten; soufflieren; suggerieren; vorhersagen; vorsagen; vorschlagen; vorsichhertreiben; vorwärtstreiben; zuraten flüstern; lispeln; munkeln; raunen; säuseln; tuscheln; vorsagen; zischeln
whisper in someone's ear anregen; antreiben; aufjagen; einflüstern; eingeben; einhelfen; forttreiben; nötigen; prophezeien; raten; soufflieren; suggerieren; vorhersagen; vorsagen; vorschlagen; vorsichhertreiben; vorwärtstreiben; zuraten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
present aktuell; anwesend; augenblicklich; derzeitig; fortgeschritten; frisch; gegenwärtig; gleichzeitig; heutig; im Augenblick; im Moment; jetzt; kontemporän; modern; momentan; neu; neuzeitlich; unbenutzt; zeitgemäß; zeitgenössisch; zugegen
prompt auf der Stelle; direkt; flink; frühzeitig; gelegen; geschwind; hastig; pünktlich; rasch; rechtzeitig; schleunig; schnell; sofortig

Synoniemen voor "raten":

  • anraten; ans Herz legen; empfehlen; nahelegen; Rat geben

Wiktionary: raten

raten
  1. einen Rat geben / erteilen, empfehlen
  2. versuchen, eine Antwort zu finden
raten
verb
  1. to reach an unqualified conclusion
  2. to give advice to; to offer an opinion; to counsel; to warn
Cross Translation:
FromToVia
• raten → guess ↔ raden — een gissing maken naar iets
• raten → guess ↔ gissen — een vermoeden uitspreken over iets
• raten → advise; recommend ↔ adviseren — raad geven aan
• raten → advise; counsel ↔ conseiller — Indiquer à quelqu’un ce qu’il doit faire ou ne doit pas faire. (Sens général).
• raten → guess; conceive; divine; estimate; surmise ↔ deviner — prédire ce qui doit arriver, découvrir, par des sortilèges, ce qui cacher.

Raten:

Raten [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Raten (Beraten; Ratschlag; Rat)
    the advice; the counsel; the advising; the suggestion
    • advice [the ~] zelfstandig naamwoord
    • counsel [the ~] zelfstandig naamwoord
    • advising [the ~] zelfstandig naamwoord
    • suggestion [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Raten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
advice Beraten; Rat; Raten; Ratschlag Empfehlung; Referenz
advising Beraten; Rat; Raten; Ratschlag
counsel Beraten; Rat; Raten; Ratschlag Anwalt; Berater; Jurist; Konsulent; Ratgeber; Rechtsanwalt; Rechtsberater; Rechtsgelehrte; Strafverteidiger; Verteidiger
suggestion Beraten; Rat; Raten; Ratschlag Anhaltspunkt; Anknüpfungspunkt; Eindruck; Eindrücke; Hinweis; Indiz; Vorschlag machen; Wink







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0509 seconde
Page rendered in 1.0 seconds