Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: gar

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: gar

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

gar:
- boiled; cooked; done; cooked-through; finished; ready; over
Wiktionary:
- gar → cooked, done
- gar → done, ready

Engels naar Duits: Meer gegevens...

gar:
- Wiktionary:
  gar → Knochenhecht
  gar → Knochenhecht
- Synoniemen voor "gar":
  garfish; garpike; billfish; Lepisosteus osseus; ganoid; ganoid fish
  needlefish; teleost fish; teleost; teleostan

Duits

Uitgebreide vertaling voor gar (Duits) in het Engels

gar:

gar bijvoeglijk naamwoord

gar (fertig; klar)
boiled; cooked
- boiled bijvoeglijk naamwoord
- cooked bijvoeglijk naamwoord
gar (bereit; fertig)
done; cooked-through; finished; ready; over
- done bijvoeglijk naamwoord
- cooked-through bijvoeglijk naamwoord
- finished bijvoeglijk naamwoord
- ready bijvoeglijk naamwoord
- over bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor gar:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
finished		zu Ende sein
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
boiled	fertig; gar; klar
cooked	fertig; gar; klar	anschaulich; aufschlußreich; das ist klar wie Klosbrühe; derb; deutlich; eindeutig; einleuchtend; erkennbar; glashell; gläsern; klar; offensichtlich; sicher; sichtbar; sonnenklar; vernehmbar; vernehmlich; verständlich; übersichtlich
done	bereit; fertig; gar	abgemattet; abgespannt; anschaulich; aufschlußreich; beendet; das ist klar wie Klosbrühe; derb; deutlich; eindeutig; einleuchtend; erkennbar; erledigt; ermattet; erschöpft; fertig; glashell; gläsern; halbtot; hundemüde; kaputt; klar; offensichtlich; ohnmächtig; sicher; sichtbar; sonnenklar; todmüde; vernehmbar; vernehmlich; verständlich; vollendet; übermüdet; übersichtlich
finished	bereit; fertig; gar	abgemattet; abgespannt; aus; beendet; bereit; defekt; einsatzbereit; entzwei; erledigt; ermattet; erschöpft; fertig; gebrochen; geschafft; halbtot; hundemüde; in Stücken; kaputt; klar; ohnmächtig; parat; schadhaft; todmüde; vollendet; zerbrochen; zerrissen; übermüdet
ready	bereit; fertig; gar	aus; beendet; bequem; bereit; bereitwillig; dienstbereit; dienstfertig; einsatzbereit; entgegenkommend; erledigt; fertig; folgsam; fügsam; gefällig; gefügig; gehorsam; geneigt; geschafft; gutherzig; gutwillig; klar; leicht zu bearbeiten; nachgiebig; parat; vollendet; wohlwollend
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
done		geht in Ordnung!; okay
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cooked-through	bereit; fertig; gar
over	bereit; fertig; gar	aus; beendet; bereit; darüber; einsatzbereit; erledigt; fertig; geschafft; klar; obenauf; parat; vollendet; zu Boden; zunieder; über

Synoniemen voor "gar":

schier; überhaupt

Wiktionary: gar

gar

adverb

Küche, synonym für: gegart, gut gekocht, durchgebraten, durchgebacken
- gar → cooked; done

gar

adjective

(of food) ready, fully cooked
- done → fertig; gar
-
- ready → fertig; gar

Verwante vertalingen van gar

Engels

Uitgebreide vertaling voor gar (Engels) in het Duits

gar:

Vertaal Matrix voor gar:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	Lepisosteus osseus; billfish; garfish; garpike; needlefish

Synoniemen voor "gar":

garfish; garpike; billfish; Lepisosteus osseus; ganoid; ganoid fish
needlefish; teleost fish; teleost; teleostan

Verwante definities voor "gar":

elongate European surface-dwelling predacious fishes with long toothed jaws; abundant in coastal waters¹
primitive predaceous North American fish covered with hard scales and having long jaws with needlelike teeth¹

Wiktionary: gar

gar

noun

garfish
- gar → Knochenhecht

Cross Translation:

From	To	Via
• gar	→ Knochenhecht	↔ lépisostée — zoologie\|nocat Une des espèces de grands poissons originaire d'Amérique du Nord, allongés et cylindriques, au museau mince, très effilé, au bout arrondi, muni de nombreuses petites dents acérées et à nageoire dorsale, unique, insérée loin en arrière.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University