Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Rumpeln

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Rumpeln

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. rumpeln:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Rumpeln (Duits) in het Engels

rumpeln:

rumpeln werkwoord (rumpele, rumpelst, rumpelt, rumpelte, rumpeltet, gerumpelt)

  1. rumpeln (klirren; klappern; rasseln; )
    rattling; to jingle; to jangle; to clang; to clink
    • rattling werkwoord
    • jingle werkwoord (jingles, jingled, jingling)
    • jangle werkwoord (jangles, jangled, jangling)
    • clang werkwoord (clangs, clanged, clanging)
    • clink werkwoord (clinks, clinked, clinking)
  2. rumpeln (herumwirtschaften; poltern; rumoren)
    to bustle; to buzz
    • bustle werkwoord (bustles, bustled, bustling)
    • buzz werkwoord (buzzs, buzzed, buzzing)

Conjugations for rumpeln:

Präsens
  1. rumpele
  2. rumpelst
  3. rumpelt
  4. rumpelen
  5. rumpelt
  6. rumpelen
Imperfekt
  1. rumpelte
  2. rumpeltest
  3. rumpelte
  4. rumpelten
  5. rumpeltet
  6. rumpelten
Perfekt
  1. habe gerumpelt
  2. hast gerumpelt
  3. hat gerumpelt
  4. haben gerumpelt
  5. habt gerumpelt
  6. haben gerumpelt
1. Konjunktiv [1]
  1. rumpele
  2. rumpelest
  3. rumpele
  4. rumpelen
  5. rumpelet
  6. rumpelen
2. Konjunktiv
  1. rumpelte
  2. rumpeltest
  3. rumpelte
  4. rumpelten
  5. rumpeltet
  6. rumpelten
Futur 1
  1. werde rumpeln
  2. wirst rumpeln
  3. wird rumpeln
  4. werden rumpeln
  5. werdet rumpeln
  6. werden rumpeln
1. Konjunktiv [2]
  1. würde rumpeln
  2. würdest rumpeln
  3. würde rumpeln
  4. würden rumpeln
  5. würdet rumpeln
  6. würden rumpeln
Diverses
  1. rumpel!
  2. rumpelt!
  3. rumpelen Sie!
  5. gerumpelt
  6. rumpelnd
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor rumpeln:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bustle Aktivität; Arbeit; Beschäftigung; Eifer; Emsigkeit; Fleiß; Gedränge; Gemurmel; Geschäftigkeit; Gesumm; Getreibe; Getue; Gewerbe; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Industrie; Krakeel; Liebhaberei; Tätigkeit
buzz Gebrumm; Gebrumme; Gemurmel; Gesumm; Gesäusel
clink Geklingel
jingle unreiner Reim
rattling Geklapper; Geklirr; Gepolter
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bustle herumwirtschaften; poltern; rumoren; rumpeln
buzz herumwirtschaften; poltern; rumoren; rumpeln brummen; schwirren; summen; surren
clang hacken; hinken; hüpfen; klappern; klimpern; klingeln; klingen; klirren; rasseln; rattern; rumpeln; rütteln klingeln; schellen
clink hacken; hinken; hüpfen; klappern; klimpern; klingeln; klingen; klirren; rasseln; rattern; rumpeln; rütteln klingeln; schellen
jangle hacken; hinken; hüpfen; klappern; klimpern; klingeln; klingen; klirren; rasseln; rattern; rumpeln; rütteln klingeln; schellen
jingle hacken; hinken; hüpfen; klappern; klimpern; klingeln; klingen; klirren; rasseln; rattern; rumpeln; rütteln klingeln; schellen
rattling hacken; hinken; hüpfen; klappern; klimpern; klingeln; klingen; klirren; rasseln; rattern; rumpeln; rütteln klingeln; schellen

Synoniemen voor "rumpeln":



Wiktionary: Rumpeln

Rumpeln
noun
  1. low, heavy, continuous sound







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0363 seconde
Page rendered in 1.0 seconds