Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Plumps

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Plumps

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Plumps:
  2. Wiktionary:
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. plump:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Plumps (Duits) in het Engels

Plumps:

Plumps [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Plumps (Schuß; Bums; Knall; Krach; Fall)
    the crash; the boom; the smack; the bump; the blast; the bang; the thud; the thump
    • crash [the ~] zelfstandig naamwoord
    • boom [the ~] zelfstandig naamwoord
    • smack [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bump [the ~] zelfstandig naamwoord
    • blast [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bang [the ~] zelfstandig naamwoord
    • thud [the ~] zelfstandig naamwoord
    • thump [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Plumps
    the splash
    • splash [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Plumps:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bang Bums; Fall; Knall; Krach; Plumps; Schuß Ausbruch; Ausladung; Explosion; Hau; Klaps; Knall; Pony; Ponyfransen; Schuß; Stoß; plötzlliche Enladung
blast Bums; Fall; Knall; Krach; Plumps; Schuß Ausbruch; Ausladung; Explosion; plötzlliche Enladung
boom Bums; Fall; Knall; Krach; Plumps; Schuß Aufschwung; Ausbruch; Ausladung; Blüte; Explosion; Fortschritt; Hausse; Hochkonjunktur; Knall; Schuß; Steigen; Wachstum; Wuchs; Zunahme; plötzlliche Enladung
bump Bums; Fall; Knall; Krach; Plumps; Schuß Anprall; Anstoß; Bums; Holpern; Knall; Krach; Puff; Schlag; Stoß; Unebenheit; Verletzung; Verwundung; Zusammenstoß; leichter Stoß
crash Bums; Fall; Knall; Krach; Plumps; Schuß Abnahme; Absturz; Bruch; Börsenkrach; Einsturz; Fall; Fallen; Kollision; Krach; Riß; Rückgang; Schrumpfung; Senkung; Sinken; Sprung; Zusammenbruch; Zusammenstoß; Zusammensturz
smack Bums; Fall; Knall; Krach; Plumps; Schuß Handschlag; Handschläge; Hieb; Klaps; Kuß; Puff; Schlag; Schmatz; Schmatzer; leichter Schlag
splash Plumps Guß; Klecks; Schuß; Schwall; Spritzer; Spur; Tüpfel
thud Bums; Fall; Knall; Krach; Plumps; Schuß Bums; Knall; Krach; Schlag; Stoß
thump Bums; Fall; Knall; Krach; Plumps; Schuß Bums; Knall; Krach; Schlag; Stoß
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bang ballern; bumsen; donnern; dreschen; einen Klaps geben; hart schlagen; hauen; hämmern; hämmern mit ein Hammer; knallen; krachen; rammen; schlagen; schmettern; verkloppen
blast kritisieren
boom ballern; bis Hochkonjunktur kommen; blühen; brüllen; bumsen; donnern; florieren; gedeihen; knallen; krachen; lärmen; poltern; schmettern
crash abfaulen; abstürzen; ausfaulen; einsinken; einstürzen; kollidieren; schiefgehen; sterben; stoßen; umkommen; untergehen; verfaulen; vergehen; verunglücken; wegfaulen; zusammenbrechen; zusammenfallen; zusammenprallen; zusammensinken; zusammenstoßen; zusammenstürzen
smack dreschen; einen Klaps geben; hart schlagen; hauen; hämmern; rammen; schlagen; schmatzen; schmatzen beim Essen; verkloppen
splash aufspritzen; planschen; platschen; plumpsen; plätschern; spritzen
thump hauen; hämmern; knuffen; puffen; rammen; schlagen; stoßen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bang Bum
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
blast sprengen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blast entsetzlich; furchtbar; fürchterlich; gewaltig; grauenerregend; grausig; gräßlich; jammervoll; mörderisch; schauderhaft; scheußlich; schrecken erregend; schrecklich; schändlich; teuflisch; tierisch; verteufelt

Wiktionary: Plumps

Plumps
noun
  1. dull thud
  2. the sound of such a collision



Engels

Uitgebreide vertaling voor Plumps (Engels) in het Duits

Plumps vorm van plump:

plump bijvoeglijk naamwoord

  1. plump (squat; chubby; heavy)
    grob; plump; pummelig
    • grob bijvoeglijk naamwoord
    • plump bijvoeglijk naamwoord
    • pummelig bijvoeglijk naamwoord
  2. plump (round; bulge; rotund)
    gewölbt; rund; aufgebauscht; gespannt; prall; ausgestopft; aufgedunsen
  3. plump (globular; spherical; round)
    kugelformig
  4. plump
    plump; nicht elegant
  5. plump
    fleischig
  6. plump (fuller figure; chubby; well-covered)
    mollig; vollschlank; weich
  7. plump (portly; substantial)
    rundlich; wohlgetan
  8. plump (chubby)
    mollig; rundlich; pummelig

Vertaal Matrix voor plump:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- fat; fatten; fatten out; fatten up; fill out; flesh out; flump; go; plank; plonk; plop; plummet; plump down; plump out; plunk; plunk down
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- chubby; embonpoint
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- chubby; rotund
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aufgebauscht bulge; plump; rotund; round bulgy; puffed up
aufgedunsen bulge; plump; rotund; round bloated; stuffed animal; swollen; turgid
ausgestopft bulge; plump; rotund; round stuffed animal
fleischig plump fleshy; meaty
gespannt bulge; plump; rotund; round curious
gewölbt bulge; plump; rotund; round arched; bent; domed; vaulted
grob chubby; heavy; plump; squat abominable; abstemious; appalling; arrogant; banal; barbaric; beastly; below the belt; bestial; big-boned; blurred; bold; boorish; brutal; clumsy; coarse; commonplace; cruel; crying shame; crying to heaven; detailed; disgraceful; doggish; doltish; elaborate; extensive; faint; gawky; gross; gruesome; hard; hard-handed; harsh; heavily-built; hefty; heinous; ill-bred; impolite; improper; impudent; inappropriate; indelicat; inhuman; inhumane; insolent; nasty; not very good; out of focus; out of place; outrageous; overbearing; owlish; pityless; poor; presumptuous; rank; rotten; rough; rude; rustic; ruthless; seedy; shabby; shameless; shocking; stiff; stocky; subdued; tactless; trite; trivial; uncalled for; uncivilised; uncivilized; uncontrolled; uneasy; uneducated; unhandy; unmannerly; unsavory; unsavoury; unseemly; unsuitable; untrue; vague; vapid; violent; vulgar; wooden
kugelformig globular; plump; round; spherical
mollig chubby; fuller figure; plump; well-covered
nicht elegant plump
plump chubby; heavy; plump; squat arrogant; boorish; ill-bred; impolite; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; rude; rustic; shameless; uncivilised; uncivilized; uneducated; unmannerly
prall bulge; plump; rotund; round rigid; short of cash; short of money; stiff; tight; wooden
pummelig chubby; heavy; plump; squat
rund bulge; plump; rotund; round about; approximately; around; globular; roughly; round; something like
rundlich chubby; plump; portly; substantial roundish
vollschlank chubby; fuller figure; plump; well-covered
weich chubby; fuller figure; plump; well-covered abstemious; clammy; clumsy; dizy; doltish; gawky; gentle; not very good; owlish; poor; smelling of sweat; soft; stiff; sweaty; tender; tender hearted; uneasy; unhandy; weak; wooden
wohlgetan plump; portly; substantial

Verwante woorden van "plump":


Synoniemen voor "plump":


Verwante definities voor "plump":

  1. sufficiently fat so as to have a pleasing fullness of figure1
    • pleasingly plump1
  2. straight down especially heavily or abruptly1
    • the anchor fell plump into the sea1
    • we dropped the rock plump into the water1
  3. the sound of a sudden heavy fall1
  4. give support (to) or make a choice (of) one out of a group or number1
    • I plumped for the losing candidates1
  5. make fat or plump1
  6. set (something or oneself) down with or as if with a noise1
  7. drop sharply1

Wiktionary: plump

plump
adjective
  1. ein wenig dick
  2. dick, rundlich, mollig, pummelig
  3. schwerfällig, unbeholfen
  4. abwertend: ungeschickt, dreist, unverblümt
  5. leicht übergewichtig, dicklich
verb
  1. fallen, hineinfallen (mit Betonung auf Gewicht, Trägheit und Masse)
Cross Translation:
FromToVia
• plump → mollig ↔ mollig — een beetje dik, volslank







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0558 seconde
Page rendered in 1.0 seconds