Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ja:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ja (Duits) in het Engels

ja:

ja bijvoeglijk naamwoord

  1. ja
    yes; sure
    • yes bijvoeglijk naamwoord
    • sure bijvoeglijk naamwoord
  2. ja (jawohl)
    indeed; well
  3. ja (nun)
    well
    • well bijvoeglijk naamwoord
  4. ja (gleichwie; wie; als; )
    just like; like

Vertaal Matrix voor ja:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
well Brunnen; Zisterne
yes Jawort
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
like amüsieren; belieben; belustigen; ergötzen; gefallen; genießen; gerne essen; gerne trinken; gutdünken; lecker finden; mögen; passen; unterhalten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
like als; da; denn; gemäß; gleichwie; indem; indes; indessen; ja; so; weil; wie; wo; wogegen; während derartig; dergleichen; ebenso; gemäß; gleichwie; im übereinstimmung mit; solch; sowohl als; wie
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
indeed ja; jawohl allerdings; das stimmt; denn; echt; ehrlich; einfach; gewiss; gewiß; in der Tat; indertat; natürlich; selbstverständlich; sicher; tatsächlich; tja; unbedingt; ungezweifelt; unverfälscht; wahr; wahrhaft; wahrhaftig; wahrlich; wirklich; zweifellos; überhaupt; übrigens
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
indeed ja; tatsächlich
yes ja; tatsächlich
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
just like als; da; denn; gemäß; gleichwie; indem; indes; indessen; ja; so; weil; wie; wo; wogegen; während desgleichen; ebenso; gemäß; gleichwie; im übereinstimmung mit; sowie; sowohl als; wie; wie auch
sure ja absolut; das stimmt; echt; ehrlich; eindeutig; einwandfrei; endgültig; entschieden; entschlossen; gerade heraus; gewiß; handfest; rundheraus; sicher; sicherlich; sprechend; unbedingt; ungezweifelt; unumstößlich; unvermeidlich; unwiderlegbar; unwiderleglich; unwiderruflich; unwiederbringlich; wahr; wahrhaftig; wirklich; zweifellos
well ja; jawohl; nun begütert; behäbig; blühend; finanzstark; fit; gesund; glühend; gut gestellt; gut situiert; gutgestellt; gutsituiert; heil; heilsam; hygienisch; in bester Form; inbesterForm; kapitalkräftig; sehr bemittelt; sehr reich; springlebendig; stein reich; tja; vermögend; wohlauf; wohlhabend
yes ja

Synoniemen voor "ja":


Wiktionary: ja

ja
  1. Ausruf der Begeisterung über einen Erfolg
ja
adverb
  1. yes
particle
  1. word used to indicate agreement or acceptance
interjection
  1. expression of pleasure, joy or great excitement

Cross Translation:
FromToVia
ja yes ja — kreet van opwinding
ja yeah; yep; aye; yes ja — duidt bevestiging of instemming aan


Wiktionary: Ja

Ja
noun
  1. eine positive Antwort, eine (endgültige) Zustimmung
Ja
noun
  1. answer that shows agreement or acceptance
  2. vote of support

Verwante vertalingen van Ja