Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Geschmier:
  2. Wiktionary:
    • Geschmier → daub


Duits

Uitgebreide vertaling voor Geschmier (Duits) in het Engels

Geschmier:

Geschmier [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Geschmier (Schmiererei; Sauerei)
    the mess
    • mess [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. Geschmier (Gestümper; Gepfusche)
    the muddling; the bungling; the messing
    • muddling [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bungling [the ~] zelfstandig naamwoord
    • messing [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. Geschmier
    the slander
    • slander [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Geschmier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bungling Gepfusche; Geschmier; Gestümper Chaos; Durcheinander; Gepfusche; Gequake; Geschmiere; Gestümper; Gesudel; Pfusch; Pfuscharbeit; Pfuscherei; Pfuschwerk; Rummel; Schluderarbeit; Schummelei; Schwindel; Schwindelei; Stümperei; Veruntreuung; Wirrwarr; tüftelige Arbeit
mess Geschmier; Sauerei; Schmiererei Anhäufung; Aufhäufung; Bauernfängerei; Betrug; Betrügerei; Chaos; Durcheinander; Fälschung; Geschmiere; Gesudel; Getue; Gewirr; Kram; Krempel; Mühe; Nepp; Pfuscherei; Pfuschwerk; Plunder; Rommel; Rummel; Sammelsurium; Sauwirtschaft; Schererei; Scherereien; Schiebung; Schmiererei; Schutthaufen; Schweinerei; Schwindel; Schwindelei; Sudelei; Trara; Trümmerhaufen; Umstände; Unordnung; Verwirrung; Verworrenheit; Verwüstung; Wirbel; Wirrwarr; viel Mühe
messing Gepfusche; Geschmier; Gestümper Gepfusche; Gequake; Geschmiere; Gesudel; Pfuscherei; Pfuschwerk; Schummelei; Schwindel; Schwindelei; Veruntreuung
muddling Gepfusche; Geschmier; Gestümper Gepfusche; Gequake; Geschmiere; Gesudel; Pfuscherei
slander Geschmier Anschwärzung; Einkalkulierung; Geklatsch; Geplapper; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Getratsche; Klatsch; Klatschen; Klatscherei; Laster; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Schwatz; Tratsch; Verleumdung; Wäscherei
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mess abtropfen; auslecken; beflecken; beklecksen; beschmieren; beschmutzen; durchsickern; fummeln; herauströpfeln; kleckern; laufen; manschen; panschen; pfuschen; schmieren; schweinigeln; sickern; stümpern; triefen; tropfen; tröpfeln; verderben; vergeuden; vergießen; verhunzen; verkrümeln; vermasseln; vermurksen; verpfuschen; verschmutzen; verschwenden; vertun; verunreinigen
slander beleidigen; düpieren; kränken; lästern; schmähen; schwärzen; verletzen; verleumden
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bungling stümperhaft

Synoniemen voor "Geschmier":


Wiktionary: Geschmier

Geschmier
noun
  1. crude or amateurish painting