Duits

Uitgebreide vertaling voor Gericht (Duits) in het Engels

Gericht:

Gericht [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gericht (Speise)
    the dish; the course; the fare; the food
    • dish [the ~] zelfstandig naamwoord
    • course [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fare [the ~] zelfstandig naamwoord
    • food [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. Gericht (Gerichtshof)
    the court of justice; the court of law; the tribunal; the law court
    the court
    – a tribunal that is presided over by a magistrate or by one or more judges who administer justice according to the laws 1
    • court [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. Gericht (Gerichtshof)
    the court; the bench
    • court [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bench [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. Gericht (Gerichtshaus)
    the court-house
  5. Gericht (Justizbehörde; Justiz; Gerichtsbehörde)
    the Ministry of Justice; the judiciary; the Justice Department
  6. Gericht
    the jury
    • jury [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gericht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Justice Department Gericht; Gerichtsbehörde; Justiz; Justizbehörde
Ministry of Justice Gericht; Gerichtsbehörde; Justiz; Justizbehörde
bench Gericht; Gerichtshof Sessel; Sitz; Sitzbank; Sitzplatz; Stuhl
course Gericht; Speise Art; Ausfahrt; Ausrichtung; Betriebsführung; Böschung; Direktion; Erfahrung; Essen; Fahrt; Fransenborte; Gastspielreise; Geländefahrt; Geschäftsführung; Gewohnheit; Kurs; Kursus; Lehre; Lehrgang; Lehrprogramm; Leitung; Mahlzeit; Methode; Piste; Reise; Richtung; Route; Routine; Rundfahrt; Rundgänge; Rundläufe; Rundreise; Schule; Schulstunde; Seite; Spazierfahrt; Speise; Strecke; Studium; Stunde; Unterricht; Unterrichtsprogramm; Unterrichtsstunde; Verwaltung
court Gericht; Gerichtshof Auswirkung; Ergebnis; Folge; Garten; Gefolge; Gerichtsgebäude; Hofgefolge; Hofhaltung; Hofstaat; Konsequenz; Troß
court of justice Gericht; Gerichtshof Gerichtsgebäude; Gerichtshof
court of law Gericht; Gerichtshof
court-house Gericht; Gerichtshaus Gerichtshaus
dish Gericht; Speise Essen; Gefäß; Kaserole; Mahlzeit; Schale; Schälchen; Schüssel; Schüsselchen; Speise; Stollen; Untertasse
fare Gericht; Speise Fahrkarte; Fahrpreis; Fahrschein; Reisekosten; Ticket; kleine Fracht
food Gericht; Speise Beköstigung; Ernährung; Essen; Fressen; Futter; Kost; Lebensmittel; Mundvorrat; Mundvorräte; Nahrung; Nahrungsmittel; Proviant; Speise; Speisung; Verbräuche; Verpflegung
judiciary Gericht; Gerichtsbehörde; Justiz; Justizbehörde
jury Gericht Jury; Preisgericht
law court Gericht; Gerichtshof
tribunal Gericht; Gerichtshof
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
course herforgehen; herforgehen aus
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
course verlauf
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
court verlocken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
court forensisch; gerichtlich; justitiell; richterlich

Synoniemen voor "Gericht":


Wiktionary: Gericht

Gericht
noun
  1. Speise
  2. (staatliches) Organ, dessen Aufgabe es ist, vorgetragene Fälle anzuhören und über sie unter Beachtung der Rechtslage zu entscheiden
  3. Ort zur gesetzlichen Entscheidung von Rechtsstreitigkeiten
Gericht
noun
  1. specific type of food
  2. contents of such a vessel
  3. judge or judges
  4. session of a judicial assembly
  5. jurisdiction
  6. tribunal established for the administration of justice
  7. persons officially assembled under authority of law
  8. hall, chamber, or place, where justice is administered
verb
  1. to put on trial

Cross Translation:
FromToVia
Gericht court gerecht — rechtbank, de rechter
Gericht dish gerecht — een bepaald soort voedsel op een bepaalde wijze bereid
Gericht food; nourishment; fare; aliment; meal nourriturealiment.
Gericht court; law; justice; tribunal tribunalsiège du juge, du magistrat.

Verwante vertalingen van Gericht