Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
-
anlügen:
-
Wiktionary:
anlügen → to lie to somebody -
Synoniemen voor "anlügen":
vorgeben; anschwindeln; belügen; bemogeln; beschummeln; beschwindeln; betrügen; cheaten; die Unwahrheit sagen; flunkern; lügen; mogeln; schwindeln; verschaukeln
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor anlügen (Duits) in het Engels
anlügen:
Synoniemen voor "anlügen":
Wiktionary: anlügen
anlügen
verb
-
transitiv: jemandem bewusst die Unwahrheit sagen
- anlügen → to lie to somebody