Prahler: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Prahler:
- swanks; roisterers; noisy fellows
- fussbudget; show-off; a queer bird; foreign chap; a character; funny old bird; braggart; boaster; tinhorn; windbag; yapper; roisterer
Wiktionary:
- Prahler → boaster

Duits

Uitgebreide vertaling voor Prahler (Duits) in het Engels

Prahler:

Prahler [die ~] zelfstandig naamwoord

die Prahler (Aufschneider; Angeber; Wichtigtuer; Großtuer; Dicktuer)
the swanks; the roisterers; the noisy fellows
- swanks [the ~] zelfstandig naamwoord
- roisterers [the ~] zelfstandig naamwoord
- noisy fellows [the ~] zelfstandig naamwoord

Prahler [der ~] zelfstandig naamwoord

der Prahler (Wichtigtuer; Angeber; Schwätzer; Großmaul; Aufschneider; Großsprecher; Großtuer; Dicktuer)
the fussbudget; the show-off
- fussbudget [the ~] zelfstandig naamwoord
- show-off [the ~] zelfstandig naamwoord
der Prahler (Großmaul; Prahlhans)
the a queer bird; the foreign chap; the a character; the funny old bird
- a queer bird [the ~] zelfstandig naamwoord
- foreign chap [the ~] zelfstandig naamwoord
- a character [the ~] zelfstandig naamwoord
- funny old bird [the ~] zelfstandig naamwoord
der Prahler (Aufschneider; Angeber; Großmaul; Großsprecher)
the braggart; the boaster; the tinhorn
- braggart [the ~] zelfstandig naamwoord
- boaster [the ~] zelfstandig naamwoord
- tinhorn [the ~] zelfstandig naamwoord
der Prahler (Dicktuer; Angeber; Aufschneider)
the boaster; the windbag; the yapper
- boaster [the ~] zelfstandig naamwoord
- windbag [the ~] zelfstandig naamwoord
- yapper [the ~] zelfstandig naamwoord
der Prahler (Aufschneider; Angeber; Wichtigtuer; Großtuer; Dicktuer)
the roisterer
- roisterer [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Prahler:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
a character	Großmaul; Prahler; Prahlhans
a queer bird	Großmaul; Prahler; Prahlhans
boaster	Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Großmaul; Großsprecher; Prahler	Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Geruchmacher; Großmaul; Großsprecher; Großtuer; Schwätzer; Wichtigtuer
braggart	Angeber; Aufschneider; Großmaul; Großsprecher; Prahler	Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Geruchmacher; Getratsch; Großmaul; Großsprecher; Großtuer; Klatscherei; Prahlhans; Protz; Schwätzer; Wichtigtuer; gauner
foreign chap	Großmaul; Prahler; Prahlhans
funny old bird	Großmaul; Prahler; Prahlhans
fussbudget	Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Großmaul; Großsprecher; Großtuer; Prahler; Schwätzer; Wichtigtuer
noisy fellows	Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Großtuer; Prahler; Wichtigtuer
roisterer	Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Großtuer; Prahler; Wichtigtuer	Lärmmacher; Prahlhans; Protz; Rabatzmacher; Rabauke; Sprücheklopfer; Wichtigtuer; gauner
roisterers	Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Großtuer; Prahler; Wichtigtuer
show-off	Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Großmaul; Großsprecher; Großtuer; Prahler; Schwätzer; Wichtigtuer	Arbeitstier; Arschkrieger; Geruchmacher; Großtuer; Kriecher; Protz; Schleicher; Speichellecker; Wichtigtuer
swanks	Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Großtuer; Prahler; Wichtigtuer
tinhorn	Angeber; Aufschneider; Großmaul; Großsprecher; Prahler
windbag	Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Prahler	Angeber; Aufschneider; Faselhans; Faseltante; Großsprecher; Kurpfuscher; Luftikus; Plapperer; Quacksalber; Quatschkopf; Scharlatan; Windbeutel; Wunderarzt
yapper	Angeber; Aufschneider; Dicktuer; Prahler	Aufschneider; Großsprecher; Kläffer; Streithahn

Synoniemen voor "Prahler":

Angeber; aufgeblasener Gimpel; Aufschneider; Großkotz; Großmaul; Großtuer; Maulheld; Möchtegern; Prahlhans; Profilneurotiker; Renommist; Schaumschläger; Wichtigtuer; Windbeutel; Zampano; unangenehmer Mensch

Wiktionary: Prahler

Prahler

noun

(umgangssprachlich): eine Person, die prahlen
- Prahler → boaster

Remove Ads

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Prahler

Uitgebreide vertaling voor Prahler (Duits) in het Engels

Prahler:

Prahler [die ~] zelfstandig naamwoord

die Prahler (Aufschneider; Angeber; Wichtigtuer; Großtuer; Dicktuer)

Prahler [der ~] zelfstandig naamwoord

der Prahler (Wichtigtuer; Angeber; Schwätzer; Großmaul; Aufschneider; Großsprecher; Großtuer; Dicktuer)

der Prahler (Großmaul; Prahlhans)

der Prahler (Aufschneider; Angeber; Großmaul; Großsprecher)

der Prahler (Dicktuer; Angeber; Aufschneider)

der Prahler (Aufschneider; Angeber; Wichtigtuer; Großtuer; Dicktuer)

Vertaal Matrix voor Prahler:

Synoniemen voor "Prahler":

Wiktionary: Prahler