Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Elimination

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Elimination

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Elimination:
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. elimination:
  2. eliminate:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Elimination (Duits) in het Engels

Elimination:


Synoniemen voor "Elimination":

  • Ausschluss; Beseitigung; Eliminierung; Erledigung

Wiktionary: Elimination

Elimination
noun
  1. Mathematik: direktes Verfahren zur Lösung linearer Gleichungssysteme; rechnerische Beseitigung einer von mehreren unbekannten Größen
Elimination
noun
  1. act of causing a quantity to disappear from an equation
  2. act of obtaining by separation, or as the result of eliminating; deduction
  3. act of eliminating, expelling or throwing off
Cross Translation:
FromToVia
• Elimination → elimination ↔ eliminatie — het wegwerken van een grootheid die in twee of meer vergelijkingen voorkomt
• Elimination → elimination ↔ eliminatie — een moord
• Elimination → elimination; removal ↔ eliminatie — verwijdering of wegwerking



Engels

Uitgebreide vertaling voor Elimination (Engels) in het Duits

elimination:

elimination [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the elimination (liquidation; terminating; finishing)
    die Erledigung; die Ausschaltung; die Liquidierung
  2. the elimination (liquidation)
    die Ausschaltung

Vertaal Matrix voor elimination:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ausschaltung elimination; finishing; liquidation; terminating
Erledigung elimination; finishing; liquidation; terminating clearance; completion; conclusion; settlement
Liquidierung elimination; finishing; liquidation; terminating
- evacuation; excreting; excretion; liquidation; reasoning by elimination; riddance; voiding
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- removal

Verwante woorden van "elimination":


Synoniemen voor "elimination":


Verwante definities voor "elimination":

  1. the murder of a competitor1
  2. the act of removing or getting rid of something1
  3. the act of removing an unknown mathematical quantity by combining equations1
  4. analysis of a problem into alternative possibilities followed by the systematic rejection of unacceptable alternatives1
  5. the bodily process of discharging waste matter1

Wiktionary: elimination

elimination
noun
  1. act of causing a quantity to disappear from an equation
  2. act of obtaining by separation, or as the result of eliminating; deduction
  3. act of eliminating, expelling or throwing off
elimination
noun
  1. gezielte Tötung
  2. Beseitigung unerwünschter Dinge
  3. Mathematik: direktes Verfahren zur Lösung linearer Gleichungssysteme; rechnerische Beseitigung einer von mehreren unbekannten Größen
Cross Translation:
FromToVia
• elimination → Abstoßung ↔ eliminatie — de afstoting van verstorven delen
• elimination → Elimination ↔ eliminatie — het wegwerken van een grootheid die in twee of meer vergelijkingen voorkomt
• elimination → Eliminierung; Elimination ↔ eliminatie — een moord
• elimination → Eliminierung; Elimination ↔ eliminatie — verwijdering of wegwerking
• elimination → Abschaffung; Aufhebung; Abolition; Niederschlagung; Abrogation; Zurücknahme ↔ abrogation — Action d’abroger.

eliminate:

eliminate [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the eliminate (removing)
    Abschießen

to eliminate werkwoord (eliminates, eliminated, eliminating)

  1. to eliminate (devastate; destruct; ruin; )
    vernichten; verwüsten; zerstören; abbrechen; demolieren; ruinieren; erledigen; verschrotten; abreißen; niederreißen; kaputtmachen; ausschalten; zehren; liquidieren; zerlegen; abtragen; zertrümmern; verheeren; abwracken; wegreißen; den Hals umdrehen; verderben; fertigmachen; umstossen; einstampfen
    • vernichten werkwoord (vernichte, vernichtest, vernichtet, vernichtete, vernichtetet, vernichtet)
    • verwüsten werkwoord (verwüste, verwüstest, verwüstet, verwüstete, verwüstetet, verwüstet)
    • zerstören werkwoord (zerstöre, zerstörst, zerstört, zerstörte, zerstörtet, zerstört)
    • abbrechen werkwoord (breche ab, brechst ab, brecht ab, brechte ab, brechtet ab, abgebrecht)
    • demolieren werkwoord (demoliere, demolierst, demoliert, demolierte, demoliertet, demoliert)
    • ruinieren werkwoord (ruiniere, ruinierst, ruiniert, ruinierte, ruiniertet, ruiniert)
    • erledigen werkwoord (erledige, erledigst, erledigt, erledigte, erledigtet, erledigt)
    • verschrotten werkwoord (verschrotte, verschrottest, verschrottet, verschrottete, verschrottetet, verschrottet)
    • abreißen werkwoord (reiße ab, reißt ab, rißt ab, risset ab, abgerissen)
    • niederreißen werkwoord (reiße nieder, reißest nieder, reißt nieder, riß nieder, rißt nieder, niedergerissen)
    • kaputtmachen werkwoord (mache kaputt, machst kaputt, macht kaputt, machte kaputt, machtet kaputt, kaputtgemacht)
    • ausschalten werkwoord (schalte aus, schaltest aus, schaltet aus, schaltete aus, schaltetet aus, ausgeschaltet)
    • zehren werkwoord (zehre, zehrst, zehrt, zehrte, zehrtet, gezehrt)
    • liquidieren werkwoord (liquidiere, liquidierst, liquidiert, liquidierte, liquidiertet, liquidiert)
    • zerlegen werkwoord (zerlege, zerlegst, zerlegt, zerlegte, zerlegtet, zerlegt)
    • abtragen werkwoord (trage ab, trägst ab, trägt ab, trug ab, trugt ab, abgetragen)
    • zertrümmern werkwoord (zertrümmere, zertrümmerst, zertrümmert, zertrümmerte, zertrümmertet, zertrümmert)
    • verheeren werkwoord (verheere, verheerst, verheert, verheerte, verheertet, verheert)
    • abwracken werkwoord (wracke ab, wrackst ab, wrackt ab, wrackte ab, wracktet ab, abgewrackt)
    • wegreißen werkwoord
    • den Hals umdrehen werkwoord (drehe den Hals um, drehst den Hals um, dreht den Hals um, drehte den Hals um, drehtet den Hals um, den Hals umgedreht)
    • verderben werkwoord (verderbe, verdirbst, verdirbt, verdarb, verdarbt, verdorben)
    • fertigmachen werkwoord (mache fertig, machst fertig, macht fertig, machte fertig, machtet fertig, fertiggemacht)
    • umstossen werkwoord (stosse um, stosst um, stosste um, stosstet um, umgestosst)
    • einstampfen werkwoord (stampfe ein, stampfst ein, stampft ein, stampfte ein, stampftet ein, eingestampft)
  2. to eliminate (liquidate; disband; demolish; dismantle)
    liquidieren
    • liquidieren werkwoord (liquidiere, liquidierst, liquidiert, liquidierte, liquidiertet, liquidiert)
  3. to eliminate (wipe out; erase; delete; )
    auslöschen; erledigen; ausradieren; ausrotten; vertilgen; entvölkern
    • auslöschen werkwoord (lösche aus, löscht aus, löschte aus, löschtet aus, ausgelöscht)
    • erledigen werkwoord (erledige, erledigst, erledigt, erledigte, erledigtet, erledigt)
    • ausradieren werkwoord (radiere aus, radierst aus, radiert aus, radierte aus, radiertet aus, ausradiert)
    • ausrotten werkwoord (rotte aus, rottest aus, rottet aus, rottete aus, rottetet aus, ausgerottet)
    • vertilgen werkwoord (vertilge, vertilgst, vertilgt, vertilgte, vertilgtet, vertilgt)
    • entvölkern werkwoord (entvölkere, entvölkerst, entvölkert, entvölkerte, entvölkertet, entvölkert)
  4. to eliminate
    erledigen; liquidieren; vernichten; töten; ausschalten
    • erledigen werkwoord (erledige, erledigst, erledigt, erledigte, erledigtet, erledigt)
    • liquidieren werkwoord (liquidiere, liquidierst, liquidiert, liquidierte, liquidiertet, liquidiert)
    • vernichten werkwoord (vernichte, vernichtest, vernichtet, vernichtete, vernichtetet, vernichtet)
    • töten werkwoord (töte, tötest, tötet, tötete, tötetet, getötet)
    • ausschalten werkwoord (schalte aus, schaltest aus, schaltet aus, schaltete aus, schaltetet aus, ausgeschaltet)

Conjugations for eliminate:

present
  1. eliminate
  2. eliminate
  3. eliminates
  4. eliminate
  5. eliminate
  6. eliminate
simple past
  1. eliminated
  2. eliminated
  3. eliminated
  4. eliminated
  5. eliminated
  6. eliminated
present perfect
  1. have eliminated
  2. have eliminated
  3. has eliminated
  4. have eliminated
  5. have eliminated
  6. have eliminated
past continuous
  1. was eliminating
  2. were eliminating
  3. was eliminating
  4. were eliminating
  5. were eliminating
  6. were eliminating
future
  1. shall eliminate
  2. will eliminate
  3. will eliminate
  4. shall eliminate
  5. will eliminate
  6. will eliminate
continuous present
  1. am eliminating
  2. are eliminating
  3. is eliminating
  4. are eliminating
  5. are eliminating
  6. are eliminating
subjunctive
  1. be eliminated
  2. be eliminated
  3. be eliminated
  4. be eliminated
  5. be eliminated
  6. be eliminated
diverse
  1. eliminate!
  2. let's eliminate!
  5. eliminated
  6. eliminating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor eliminate:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abschießen eliminate; removing putting down; shoot; shooting; shooting down; shooting to death
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abbrechen destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck ABEND; abandon; abend; abort; adjourn; break down; break off; break open; break up; bring to a close; bring to a conclusion; bring to an end; cancel; conclude; crack; decode; demolish; end; finish; finish off; force open; sap; sever; tear down; tear loose; tear open
abreißen destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck adjourn; break down; break up; pull off; rip; rip off; sap; separate; sever; tear loose; tear off
abtragen destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck accompany; acquit oneself of; become worn; carry away; carry off; get worn out; hand over; interchange; pay for; pay off; reappoint; replace; rip; sap; see off; substitute; swap; take away; take in; transfer; wear out
abwracken destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck rip; sap
auslöschen blot out; delete; eliminate; erase; rub out; wipe; wipe out blot out; blow out a candle; extinguish; put out
ausradieren blot out; delete; eliminate; erase; rub out; wipe; wipe out destroy; devastate; lay waste; ruin; sweep away; wipe out
ausrotten blot out; delete; eliminate; erase; rub out; wipe; wipe out destroy; exterminate; sweep away; wipe out
ausschalten destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck disconnect; extinguish; make out; matter; put out; set out; switch off; turn off; turn out
demolieren destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck
den Hals umdrehen destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck
einstampfen destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck
entvölkern blot out; delete; eliminate; erase; rub out; wipe; wipe out depopulate
erledigen blot out; delete; destruct; devastate; eliminate; erase; exhaust; lay waste; liquidate; rub out; ruin; wear out; wipe; wipe out; work to death; wreck accomplish; act; bring to an end; complete; do; end; execute; execute capital punishment; finish; finish off; fix; fix it up; get done; get ready; kill; manage; murder; pull it off; pull the trick; shoot dead; take someone's life
fertigmachen destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck adorn; better; bring to a close; bring to a conclusion; bring to an end; complete; conclude; decorate; dress; dunnage; end; fatigue; finish; finish off; fix; fix it up; foul up; garnish; get done; improve; kill; make better; manage; mess up; muck up; murder; ornament; perfect; pull it off; pull the trick; ruin; tire out; trim; upset; wear out
kaputtmachen destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck break; break into pieces; crack; destroy; snap; wreck
liquidieren demolish; destruct; devastate; disband; dismantle; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck pay for; pay off
niederreißen destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck rip; sap
ruinieren destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck foul up; mess up; muck up; ruin; upset
töten eliminate finish off; kill; murder
umstossen destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck
verderben destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck backslide; botch up; degenerate; dissipate; go to seed; mess; mess up; muck up; slop; spill; spoil; squander; waste
verheeren destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck destroy; devastate; lay waste; ruin
vernichten destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck
verschrotten destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck convert into scrap; sap; scrap
vertilgen blot out; delete; eliminate; erase; rub out; wipe; wipe out destroy; exterminate; gulp down
verwüsten destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck destroy; devastate; lay waste; ruin
wegreißen destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck break up; rend; rip; sap; separate; snatch; snatch away; tear; tear loose
zehren destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck bear; consume; digest; endure; rip; spend money; stand; sustain
zerlegen destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck adjourn; analyse; analyze; anatomise; anatomize; break down; break up; collapse; crumble; cut to pieces; disintegrate; dismantle; dissect; fall apart; fall to bits; fall to pieces; pull down; rend; rip; sap; separate; sever; take apart; tear
zerstören destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck break; destroy; devastate; foul up; intentionally destroy; lay waste; mess up; muck up; ruin; upset
zertrümmern destruct; devastate; eliminate; exhaust; lay waste; liquidate; ruin; wear out; work to death; wreck attack; break; damage; destroy; devastate; erode; knock to pieces; lay waste; ruin; shatter; smash; smash to pieces; smash up; spoil
- annihilate; carry off; decimate; do away with; egest; eradicate; excrete; extinguish; get rid of; obviate; pass; reject; rid of; rule out; winnow out; wipe out
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- except; exclude; expel; remove; take away

Verwante woorden van "eliminate":


Synoniemen voor "eliminate":


Antoniemen van "eliminate":

  • necessitate

Verwante definities voor "eliminate":

  1. eliminate from the body1
  2. kill in large numbers1
  3. terminate, end, or take out1
    • Let's eliminate the course on Akkadian hieroglyphics1
    • eliminate my debts1
  4. remove (an unknown variable) from two or more equations1
  5. dismiss from consideration or a contest1
    • This possibility can be eliminated from our consideration1
  6. remove from a contest or race1
    • The cyclist has eliminated all the competitors in the race1
  7. do away with1

Wiktionary: eliminate

eliminate
verb
  1. completely destroy
  2. kill
eliminate
verb
  1. beseitigen, entfernen, tilgen
  2. ausscheiden von: Entfernen von Elementen aus einer Menge.
  3. jemanden außer Gefecht setzen (im Härtefall: töten)
  4. (transitiv): ausrotten, an der Verbreitung hindern, vollständig vernichten
Cross Translation:
FromToVia
• eliminate → eliminieren; beseitigen; ausscheiden ↔ elimineren — verwijderen uit de bevolking, doden







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0774 seconde
Page rendered in 1.0 seconds