Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Besonnenheit

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Besonnenheit

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Besonnenheit:
- moderation; modesty; measure
Wiktionary:
- Besonnenheit → prudence

Duits

Uitgebreide vertaling voor Besonnenheit (Duits) in het Engels

Besonnenheit:

Besonnenheit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Besonnenheit (Mäßigung)
the moderation; the modesty; the measure
- moderation [the ~] zelfstandig naamwoord
- modesty [the ~] zelfstandig naamwoord
- measure [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Besonnenheit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
measure	Besonnenheit; Mäßigung	Abmessung; Ausdehnung; Ausmaß; Bedeutung; Beschluß; Dekret; Dimension; Erlaß; Format; Größe; Kennzahl; Maßnahme; Measure; Messbecher; Norm; Ratsbeschluß; Standard; Standarte
moderation	Besonnenheit; Mäßigung	Billigkeit; Mäßigung; Preiswertheit; Vernünftigkeit; mit Rede
modesty	Besonnenheit; Mäßigung	Anspruchslosheit; Anspruchslosigkeit; Bescheidenheit; Dienstbarkeit; Dienstbereitschaft; Dienstfertigkeit; Einfalt; Entgegenkommen; Folgsamkeit; Gefälligkeit; Gefügigkeit; Gehorsam; Genügsamkeit; Rechtschaffenheit; Schlichtheit; Sittsamkeit; Tugendhaftigkeit; Wohlwollen; Zurückgezogenheit; Zuvorkommendheit
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
measure		Tiefe peilen; loten

Synoniemen voor "Besonnenheit":

Bedacht; Bedachtsamkeit; Behutsamkeit; Vorsicht

Wiktionary: Besonnenheit

Besonnenheit

noun

The quality or state of being prudent
- prudence → Klugheit; Umsicht; Besonnenheit