Ehemalig: vertaling Duits

Duits

Uitgebreide vertaling voor ehemalig (Duits) in het Engels

ehemalig (früher; vorig; seinerzeitig)
previous; formerly; earlier; in former times; past; before; ex; retired; at an earlier date; one-time
- previous bijvoeglijk naamwoord
- formerly bijwoord
- earlier bijvoeglijk naamwoord
- in former times bijvoeglijk naamwoord
- past bijvoeglijk naamwoord
- before bijwoord
- ex bijvoeglijk naamwoord
- retired bijvoeglijk naamwoord
- at an earlier date bijvoeglijk naamwoord
- one-time bijvoeglijk naamwoord
former; late
– (used especially of persons) of the immediate past ¹
- former bijvoeglijk naamwoord
  - the former president¹
- late bijvoeglijk naamwoord
  - our late President is still very active¹
ehemalig (damals; da; damalig)
at that time; then; in those days
- at that time bijvoeglijk naamwoord
- then bijvoeglijk naamwoord
- in those days bijvoeglijk naamwoord
ehemalig
at one time
- at one time bijwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
past		Vergangenheit; historisch
previous		Vorhergehende; Vorige
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
earlier	ehemalig; früher; seinerzeitig; vorig
ex	ehemalig; früher; seinerzeitig; vorig
former	ehemalig; früher; seinerzeitig; vorig
late	ehemalig; früher; seinerzeitig; vorig
one-time	ehemalig; früher; seinerzeitig; vorig
past	ehemalig; früher; seinerzeitig; vorig
previous	ehemalig; früher; seinerzeitig; vorig	vorig
retired	ehemalig; früher; seinerzeitig; vorig	emeritiert; in den Ruhestand versetzt
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
at one time	ehemalig
before	ehemalig; früher; seinerzeitig; vorig	bevor; davor; dazu; ehe; früher; in Gegenwart; in vergangener Zeit; von davor; vor; vorher; vorn; zuvor
formerly	ehemalig; früher; seinerzeitig; vorig	damals; davor; einst; früher; in vergangener Zeit; vorher
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
at an earlier date	ehemalig; früher; seinerzeitig; vorig
at that time	da; damalig; damals; ehemalig	damals; dann
earlier		davor; früher; in vergangener Zeit; vorher
in former times	ehemalig; früher; seinerzeitig; vorig	davor; früher; in vergangener Zeit; vorher
in those days	da; damalig; damals; ehemalig	damals
late		gestorben; spät; tot; verstorben
then	da; damalig; damals; ehemalig	alsdann; da; damals; danach; dann; darauf; derzeitig; früher; hinterher; nachher; nachträglich; seinerzeitig; später

anno dazumal; damals; dazumal; ehedem; einmal; einst; einstmals; früher; seinerzeit; vordem; vormalig; vormals; zu dieser Zeit; älter
alt; damalig; einstig; einstmalig; seinerzeitig

ehemalig

adjective

etwas, das nicht mehr existiert oder nicht mehr besteht
- ehemalig → quondam; exformer; one-time; former

ehemalig

adjective

Cross Translation:

From	To	Via
• ehemalig	→ former	↔ gewezen — vroegere