Belastend: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

belastend:
- aggravating; incriminating; damaging; tough; tricky
belasten:
- load; recharge; charge with electricity; make heavier; weight; debit
Wiktionary:
- belastend → smoking memo, inculpatory, incriminating, incriminatory, be a strain, wearing, irksome, annoying
- belastend → burdensome, onerous, weighty, stodgy
- belasten → burden, incriminate
- belasten → load, turn over, spew, divide, separate, share, retail, debit

Duits

Uitgebreide vertaling voor belastend (Duits) in het Engels

belastend:

belastend bijvoeglijk naamwoord

belastend (schwierig)
aggravating; incriminating; damaging
- aggravating bijvoeglijk naamwoord
- incriminating bijvoeglijk naamwoord
- damaging bijvoeglijk naamwoord
belastend (beschwerlich; lästig)
aggravating; tough; incriminating; tricky
- aggravating bijvoeglijk naamwoord
- tough bijvoeglijk naamwoord
- incriminating bijvoeglijk naamwoord
- tricky bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor belastend:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
damaging		Beschädigen; Beschädigung; Schaden zufügen; Verletzen
tough		Rohling; Wüterich
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aggravating	belastend; beschwerlich; lästig; schwierig	beschwerlich; hinderlich; irritierend; lästig; sauer; schwer; schwierig; störend; unangenehm; unbequem; ärgerlich
damaging	belastend; schwierig	nachteilig; schadend; schädigend; schädlich
incriminating	belastend; beschwerlich; lästig; schwierig
tough	belastend; beschwerlich; lästig	dickköpfig; drastisch; durchgreifend; eigensinnig; eigenwillig; eingehend; energisch; entschieden; entschlossen; forsch; kraftvoll; kräftig; nicht einfach; rüstig; sehnig; starrköpfig; starrsinnig; steif; stämmig; störrisch; tatkräftig; vierschrötig; widerspenstig
tricky	belastend; beschwerlich; lästig

Wiktionary: belastend

belastend

adjective

eine kriminelle Handlung vorwerfend, als Schuldbeweis dienend
- belastend → smoking memo; inculpatory; incriminating; incriminatory
eine körperliche, seelische oder finanzielle Belastung hervorrufend
- belastend → be a strain; wearing; irksome; annoying

belastend

adjective

causing, showing, or proving that one is guilty of wrongdoing
- incriminating → belastend

Cross Translation:

From	To	Via
• belastend	→ burdensome; onerous; weighty; stodgy	↔ lourd — Qui nécessite d’importants moyens

belasten:

belasten werkwoord (belaste, belastest, belastet, belastete, belastetet, belastet)

belasten (elektricität aufladen; einladen; laden; aufladen; beladen; befrachten)
to load; to recharge; charge with electricity
- load werkwoord (loads, loaded, loading)
- recharge werkwoord (recharges, recharged, recharging)
- charge with electricity werkwoord
belasten (Schwerer machen; beschweren; erschweren; verstärken; beladen; schwerer machen)
to make heavier; weight; to load
- make heavier werkwoord (makes heavier, made heavier, making heavier)
- weight werkwoord
- load werkwoord (loads, loaded, loading)
belasten
to debit
– To enter an amount that increases an asset or expense account, or decreases the balance of a liability, owners' equity or income account; the left side of any T account. ¹
- debit werkwoord (debits, debitted, debitting)

Conjugations for belasten:

Präsens

belaste
belastest
belastet
belasten
belastet
belasten

Imperfekt

belastete
belastetest
belastete
belasteten
belastetet
belasteten

Perfekt

habe belastet
hast belastet
hat belastet
haben belastet
habt belastet
haben belastet

1. Konjunktiv [1]

belaste
belastest
belaste
belasten
belastet
belasten

2. Konjunktiv

belastete
belastetest
belastete
belasteten
belastetet
belasteten

Futur 1

werde belasten
wirst belasten
wird belasten
werden belasten
werdet belasten
werden belasten

1. Konjunktiv [2]

würde belasten
würdest belasten
würde belasten
würden belasten
würdet belasten
würden belasten

Diverses

belast!
belastet!
belasten Sie!
belastet
belastend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor belasten:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
debit		Debet; Debetsaldo; Schuld; Soll
load		Ansammlung; Auslastung; Beladung; Belästigung; Berg; Fracht; Frachtgut; Gut; Haufen; Horde; Häufung; Ladung; Masse; Menge; Schar; Stoß; Truppe; große Masse; kleine Fracht; Überbelästigung
weight		Beladung; Belästigung; Bürde; Frachtgut; Gewicht; Gewichtsklasse; Gewichtung; Kreuz; Ladung; Last; Schwere; Stärke; Wert; Wichtigkeit; Überbelästigung
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
charge with electricity	aufladen; befrachten; beladen; belasten; einladen; elektricität aufladen; laden
debit	belasten
load	Schwerer machen; aufladen; befrachten; beladen; belasten; beschweren; einladen; elektricität aufladen; erschweren; laden; schwerer machen; verstärken	aufladen; befrachten; beladen; einladen; laden; schwerer machen; verladen
make heavier	Schwerer machen; beladen; belasten; beschweren; erschweren; schwerer machen; verstärken	erschweren; schwerer machen
recharge	aufladen; befrachten; beladen; belasten; einladen; elektricität aufladen; laden	nachladen
weight	Schwerer machen; beladen; belasten; beschweren; erschweren; schwerer machen; verstärken	schwerer machen

Synoniemen voor "belasten":

aufbürden; auferlegen; aufladen; auflasten; beladen; bepacken; beschweren; oktruieren; schlauchen; strapazieren

Wiktionary: belasten

belasten

verb

bewirken, dass etwas eine störende oder schädliche Wirkung auf etwas hat
- belasten → burden

belasten

verb

to indicate the guilt of
- incriminate → belasten
encumber
- burden → belasten

Cross Translation:

From	To	Via
• belasten	→ load	↔ belasten — gewichten plaatsen op
• belasten	→ turn over; spew; divide; separate; share; retail; debit	↔ débiter — vendre d’une façon continue, répéter, surtout au détail.

Computer vertaling door derden:

¹Microsoft® Language Portal

Remove Ads

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: belastend

Uitgebreide vertaling voor belastend (Duits) in het Engels

belastend:

belastend bijvoeglijk naamwoord

belastend (schwierig)

belastend (beschwerlich; lästig)

Vertaal Matrix voor belastend:

Wiktionary: belastend

belasten:

belasten werkwoord (belaste, belastest, belastet, belastete, belastetet, belastet)

belasten (elektricität aufladen; einladen; laden; aufladen; beladen; befrachten)

belasten (Schwerer machen; beschweren; erschweren; verstärken; beladen; schwerer machen)

belasten

Conjugations for belasten:

Präsens

Imperfekt

Perfekt

1. Konjunktiv [1]

2. Konjunktiv

Futur 1

1. Konjunktiv [2]

Diverses

Vertaal Matrix voor belasten:

Synoniemen voor "belasten":

Wiktionary: belasten