Duits
Uitgebreide vertaling voor niedergedrückt (Duits) in het Engels
niedergedrückt:
-
niedergedrückt (betreten; bedripst; belemmert)
disappointed; disillusioned; crestfallen; glum; down in the mouth; let down-
disappointed bijvoeglijk naamwoord
-
disillusioned bijvoeglijk naamwoord
-
crestfallen bijvoeglijk naamwoord
-
glum bijvoeglijk naamwoord
-
down in the mouth bijvoeglijk naamwoord
-
let down bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor niedergedrückt:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
let down | Fehler; Fehlgriff; Fehlschlag; Fehlschläge; Fehlschuß; Fehlschüsse; Fiasko; Mißerfolg; Mißlingen; Niederlage; Reinfall; Scheitern; Schlappe; Verlieren; Verlust | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
let down | enttäuschen; ernüchtern; fallen lassen; frustrieren | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
crestfallen | bedripst; belemmert; betreten; niedergedrückt | bedripst; bestürzt; betreten; entgeistert; konfus; verdutzt; verwirrt |
disappointed | bedripst; belemmert; betreten; niedergedrückt | |
disillusioned | bedripst; belemmert; betreten; niedergedrückt | |
glum | bedripst; belemmert; betreten; niedergedrückt | bedripst; bestürzt; betreten; entgeistert; konfus; verdutzt; verwirrt |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
down in the mouth | bedripst; belemmert; betreten; niedergedrückt | |
let down | bedripst; belemmert; betreten; niedergedrückt |