Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Offizier:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Offizier (Duits) in het Engels

Offizier:

Offizier [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Offizier (Mitarbeiter des Stabes; Funktionär)
    the staff member
    the officer
    – someone who is appointed or elected to an office and who holds a position of trust 1
    • officer [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he is an officer of the court1
      • the club elected its officers for the coming year1

Vertaal Matrix voor Offizier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
officer Funktionär; Mitarbeiter des Stabes; Offizier Beamte; Funktionärin
staff member Funktionär; Mitarbeiter des Stabes; Offizier Betriebsangehörige; Kadermitglied; Mitarbeiter; Mitarbeiterin; Stabsmitglied

Synoniemen voor "Offizier":


Wiktionary: Offizier

Offizier
noun
  1. Schach (veraltend): Sammelbezeichnung für die Schachfiguren Dame, Turm, Läufer und Springer
  2. Vertreter, Träger eines militärischen Rangs (vom Leutnant aufwärts)
Offizier
noun
  1. a contraction of the term "commissioned officer"

Verwante vertalingen van Offizier