Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
- Offensive:
- Wiktionary:
Engels naar Duits: Meer gegevens...
-
offensive:
- aggressiv; offensiv; angreifend; gewaltsam; unhöflich; unverschämt; frech; flegelhaft; taktlos; unpassend; ungezogen; unanständig; unartig; ungeschliffen; gewalttätig; rüde; brutal; wild; stürmisch; struppig; schwer; stark; roh; scharf; schroff; störrisch; unsanft; ungestüm; zottig; unzart; stoppelig; zutäppisch; anstößig; beleidigend; schmerzhaft; schmerzend; schmerzlich; kränkend; hinterfotzig; hinterhältig; heimtückisch; hinterlistig; empörend; abstoßend
- Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor Offensive (Duits) in het Engels
Offensive:
-
die Offensive (Angriffe; Angrif; Offensiven)
the offensives
Vertaal Matrix voor Offensive:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
offensives | Angrif; Angriffe; Offensive; Offensiven |
Synoniemen voor "Offensive":
Wiktionary: Offensive
Offensive
Cross Translation:
noun
Offensive
-
durch Angriff gekennzeichnetes Vorgehen
- Offensive → offensive
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Offensive | → offensive | ↔ offensief — een aanvallende actie |
• Offensive | → access; attack; hit; admission; admittance; accession; entrance; entry; assault; strike; fit; approach; coming | ↔ accès — Action, endroit, ou facilité plus ou moins grande d’accéder dans un lieu, physique ou virtuel. |
• Offensive | → assault; storming; charge; access; attack; aggression; strike; offensive; fit | ↔ assaut — attaque pour emporter de vif force une ville, une place de guerre, une position, etc. |
• Offensive | → attack; assault; strike; aggression; offensive; fit | ↔ attaque — propre|nocat=1 Action d'attaquer |
Computer vertaling door derden:
Engels
Uitgebreide vertaling voor Offensive (Engels) in het Duits
offensive:
-
offensive (aggressive)
aggressiv; offensiv; angreifend; gewaltsam-
aggressiv bijvoeglijk naamwoord
-
offensiv bijvoeglijk naamwoord
-
angreifend bijvoeglijk naamwoord
-
gewaltsam bijvoeglijk naamwoord
-
-
offensive (ill-mannered; impolite; rude; oafish; loutish; discourteous; indecent; insolent; impertinent)
unhöflich; unverschämt; frech; flegelhaft; taktlos; unpassend; ungezogen; unanständig; unartig; ungeschliffen-
unhöflich bijvoeglijk naamwoord
-
unverschämt bijvoeglijk naamwoord
-
frech bijvoeglijk naamwoord
-
flegelhaft bijvoeglijk naamwoord
-
taktlos bijvoeglijk naamwoord
-
unpassend bijvoeglijk naamwoord
-
ungezogen bijvoeglijk naamwoord
-
unanständig bijvoeglijk naamwoord
-
unartig bijvoeglijk naamwoord
-
ungeschliffen bijvoeglijk naamwoord
-
-
offensive (violent; agressive)
aggressiv; gewalttätig; gewaltsam; rüde; brutal; wild; stürmisch; struppig; schwer; stark; roh; scharf; schroff; störrisch; unsanft; ungestüm; zottig; unzart; stoppelig; zutäppisch-
aggressiv bijvoeglijk naamwoord
-
gewalttätig bijvoeglijk naamwoord
-
gewaltsam bijvoeglijk naamwoord
-
rüde bijvoeglijk naamwoord
-
brutal bijvoeglijk naamwoord
-
wild bijvoeglijk naamwoord
-
stürmisch bijvoeglijk naamwoord
-
struppig bijvoeglijk naamwoord
-
schwer bijvoeglijk naamwoord
-
stark bijvoeglijk naamwoord
-
roh bijvoeglijk naamwoord
-
scharf bijvoeglijk naamwoord
-
schroff bijvoeglijk naamwoord
-
störrisch bijvoeglijk naamwoord
-
unsanft bijvoeglijk naamwoord
-
ungestüm bijvoeglijk naamwoord
-
zottig bijvoeglijk naamwoord
-
unzart bijvoeglijk naamwoord
-
stoppelig bijvoeglijk naamwoord
-
zutäppisch bijvoeglijk naamwoord
-
-
offensive (offending; objectionable; indecent)
-
offensive (offending; insulting; injurious)
beleidigend; schmerzhaft; schmerzend; schmerzlich; kränkend-
beleidigend bijvoeglijk naamwoord
-
schmerzhaft bijvoeglijk naamwoord
-
schmerzend bijvoeglijk naamwoord
-
schmerzlich bijvoeglijk naamwoord
-
kränkend bijvoeglijk naamwoord
-
-
offensive (behind one's back; vicious; vile; scurvy; nasty; low; jarring; foul; ribald; bad; indecent; falsely; mean; secretly)
hinterfotzig; hinterhältig; heimtückisch; hinterlistig-
hinterfotzig bijvoeglijk naamwoord
-
hinterhältig bijvoeglijk naamwoord
-
heimtückisch bijvoeglijk naamwoord
-
hinterlistig bijvoeglijk naamwoord
-
-
offensive (obnoxious)
Vertaal Matrix voor offensive:
Verwante woorden van "offensive":
Synoniemen voor "offensive":
Antoniemen van "offensive":
Verwante definities voor "offensive":
Wiktionary: offensive
offensive
Cross Translation:
noun
offensive
-
an attack
- offensive → Offensive
-
team sports: having to do with play directed at scoring
- offensive → offensiv
-
causing offense
- offensive → beleidigend
adjective
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• offensive | → Offensive | ↔ offensief — een aanvallende actie |
• offensive | → Anfall; Angriff; Offensive | ↔ assaut — attaque pour emporter de vif force une ville, une place de guerre, une position, etc. |
• offensive | → Anfall; Angriff; Offensive | ↔ attaque — propre|nocat=1 Action d'attaquer |
Computer vertaling door derden: