Heimat: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor Heimat (Duits) in het Engels

die Heimat (Heimatland; Herkunftsland; Geburtsland; Landschaft; Heimatboden; Land; Nation)
the native country
- native country [the ~] zelfstandig naamwoord
die Heimat (Heimatboden; Haus und Herd; Heimatland)
the homeland
- homeland [the ~] zelfstandig naamwoord
die Heimat (heimatlicher Boden)
the native soil; the native ground; the home ground
- native soil [the ~] zelfstandig naamwoord
- native ground [the ~] zelfstandig naamwoord
- home ground [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
home ground	Heimat; heimatlicher Boden
homeland	Haus und Herd; Heimat; Heimatboden; Heimatland
native country	Geburtsland; Heimat; Heimatboden; Heimatland; Herkunftsland; Land; Landschaft; Nation
native ground	Heimat; heimatlicher Boden
native soil	Heimat; heimatlicher Boden

Heimat

noun

Ort, Gegend oder Land, woher etwas stammt, wo etwas seinen Ursprung hat
- Heimat → home
Ort, Gegend oder Land, wo jemand aufgewachsen ist, wo man sich wohl fühlt
- Heimat → home

Heimat

noun

homeland
- homeland → Heimat; Heimatland
the country where a person was born and raised
- home country → Heimat; Vaterland; Heimatland
habitat
- home → Heimat
someone’s native land
- home → Heimat

Cross Translation:

From	To	Via
• Heimat	→ homeland	↔ land — het eigen land, het land waar men geboren is
• Heimat	→ homeland	↔ pays — Lieu de naissance, province natale