Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
-
Ehepaar:
-
Wiktionary:
Ehepaar → married couple -
Synoniemen voor "Ehepaar":
Eheleute; Duo; Gespann; Liebespaar; Paar; Pärchen; zwei Menschen
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor Ehepaar (Duits) in het Engels
Ehepaar: (*Woord en zin splitter gebruikt)
Ehepaar:
Synoniemen voor "Ehepaar":
Wiktionary: Ehepaar
Ehepaar
noun
Ehepaar
-
verheiratetes Paar
- Ehepaar → married couple
noun
-
Two people who are married to each other