Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. wenig:
  2. Wenig:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor wenig (Duits) in het Engels

wenig:

wenig bijvoeglijk naamwoord

  1. wenig (einige; sparsam; spärlich; )
    few
    • few bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor wenig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
little Bißchen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
few armselig; dürftig; einige; karg; kärglich; mager; sparsam; spärlich; wenig; ärmlich
little gering; geringfügig; klein; minimal
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
few ein wenig; wenig
little ein wenig; wenig
not a lot ein wenig; wenig
not many ein wenig; wenig
not much ein wenig; wenig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
little außergewöhnlich; klein; knapp; minderwertig; selten; seltsam; unter dem Mindestmaß; winzig; äußerst klein

Synoniemen voor "wenig":


Wiktionary: wenig

wenig
adjective
  1. eine unbestimmte, kleine Menge von etwas
  2. in Kombination mit ein: etwas
  3. als Adverb: in unbedeutendem Umfang
wenig
determiner
  1. small amount
  2. indefinite, usually small number
adjective
  1. small in number, few
  2. small in size
adverb
  1. not much

Cross Translation:
FromToVia
wenig little weinig — in een kleine hoeveelheid, niet veel
wenig a little un peu — En petite quantité. On utilise quelques-uns pour les dénombrables.

Wenig:

Wenig [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Wenig (Bißchen)
    the little bit

Vertaal Matrix voor Wenig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
little bit Bißchen; Wenig Artikel; Aufsatz; Brocken; Publikation; Schimmer; Stück; Stückchen; klein Bischen; kleiner Brocken

Wiktionary: Wenig

Wenig
noun
  1. small amount of something

Verwante vertalingen van wenig