Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Weihnachtszeit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Weihnachtszeit (Duits) in het Engels

Weihnachtszeit:

Weihnachtszeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Weihnachtszeit
    the Yuletide; the Christmas

Vertaal Matrix voor Weihnachtszeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Christmas Weihnachtszeit Christfest; Christmesse; Weihnacht; Weihnachten; Weihnachtsfest; Weihnachtsmesse
Yuletide Weihnachtszeit

Wiktionary: Weihnachtszeit

Weihnachtszeit
noun
  1. Zeitraum um Weihnachten, der je nach Ritus einen unterschiedlichen Anfang und Ende hat (1. Advent bis 6. Januar; Ambrosianischer Ritus: 11. November bis 2. Februar)