Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Typ

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Typ

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Typ:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Typ (Duits) in het Engels

Typ:

Typ [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Typ (Gattung; Sorte; Art)
    the type; the category; the sort; the genre; the kind; the style; the class
    • type [the ~] zelfstandig naamwoord
    • category [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sort [the ~] zelfstandig naamwoord
    • genre [the ~] zelfstandig naamwoord
    • kind [the ~] zelfstandig naamwoord
    • style [the ~] zelfstandig naamwoord
    • class [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Typ (Figur; Gestalt; Form)
    the character; the individual
  3. der Typ (Mann; Kerl)
    the chap; the man; the lad; the fellow; the bloke
    • chap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • man [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lad [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fellow [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bloke [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Typ
    the type
    – In programming, the nature of a variable. For example, integer, real number, text character, or floatingpoint number. Data types in programs are declared by the programmer and determine the range of values a variable can take as well as the operations that can be performed on it. See also data type. 1
    • type [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Typ:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bloke Kerl; Mann; Typ Bruder; Bursche; Geselle; Herr; Kerl; Kerlchen; Mann; Subjekt
category Art; Gattung; Sorte; Typ Farbkategorie; Gattung; Gesellschaftsschicht; Kategorie; Klasse; Schicht; Sorte; Stand
chap Kerl; Mann; Typ Bruder; Bursche; Geselle; Herr; Kauz; Kerl; Kerlchen; Mann; Subjekt; Vogel
character Figur; Form; Gestalt; Typ Art; Charakter; Charaktereigenschaft; Charakterzug; Figur; Geck; Geisteskranke; Gemüt; Idiot; Irre; Irrsinnige; Kennzeichen; Mensch; Natur; Person; Rohling; Schlappschwanz; Schriftzeigen; Schwächling; Seele; Tollkopf; Verrückte; Vollidiot; Wahnsinnige; Wesen; Zeichen
class Art; Gattung; Sorte; Typ Gattung; Gesellschaftsschicht; Kategorie; Klasse; Klassenlokal; Klassenzimmer; Kolleg; Kollegium; Objektklasse; Position; Rang; Rangordnung; Schicht; Schuljahr; Schulraum; Schulstunde; Schulzimmer; Sorte; Stand; Stunde; Unterricht; Unterrichtsstunde; Unterrrichtsraum
fellow Kerl; Mann; Typ Amstsschwester; Amtsbruder; Amtsbrüder; Amtsgenosse; Amtsgenossin; Bruder; Bursche; Fachgenosse; Freund; Freundin; Gefährte; Gefährtin; Genosse; Genossin; Geselle; Herr; Kamerad; Kameradin; Kauz; Kerl; Kerlchen; Kollege; Kollegin; Kompagnon; Kumpel; Macker; Mann; Mitinhaber; Subjekt; Teihaber; Vertraute; Vogel
genre Art; Gattung; Sorte; Typ Gattung; Genre; Sorte
individual Figur; Form; Gestalt; Typ Einzelgänger; Einzelne; Einzelperson; Einzelwesen; Figur; Gestalt; Herrschaft; Individuen; Individuum; Mensch; Menschenkind; Person; Sterbliche; Wesen
kind Art; Gattung; Sorte; Typ Naturbezüge
lad Kerl; Mann; Typ Bengel; Bube; Bursche; Flegel; Frechdachs; Gauner; Junker; Jüngling; Kauz; Kerlchen; Knirps; Lausbube; Lausejunge; Lümmel; Racker; Rüpel; Schelm; Straßenjunge; Taugenichts; Vogel; jungeMann
man Kerl; Mann; Typ Bediente; Bruder; Bursche; Diener; Einzelwesen; Figur; Freund; Gatte; Gefährte; Gemahl; Geselle; Gestalt; Hausdiener; Hecht; Herr; Kammerdiener; Kerl; Kerlchen; Knecht; Kumpel; Mann; Mensch; Menschenkind; Partner; Person; Stallknecht; Teilhaber; Weib; Wesen; männliche Person
sort Art; Gattung; Sorte; Typ
style Art; Gattung; Sorte; Typ Formatvorlage; Schnitt; Stil
type Art; Gattung; Sorte; Typ Bruder; Bursche; Drucktype; Gattung; Geselle; Kerl; Kerlchen; Mann; Schrift; Schrifttype; Schriftzeigen; Sorte
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
class einteilen; klassifizieren; rubrizieren
man bemannen
sort einordnen; sortieren
style stilisieren
type auf der Schreibmaschine schreiben; eingeben; tippen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
individual einzeln; individuell; persönlich
kind angenehm; attent; behilflich; bereitwillig; dienstbereit; dienstfertig; entgegenkommend; erfreulich; freigebig; freundlich; freundliche; freundschaftlich; gefällig; großzügig; gutartig; gutherzig; gutmütig; gönnerhaft; herzgewinnend; herzlich; hilfsbereit; in natura; jovial; kameradschaftlich; kollegial; leutselig; liebenswürdig; mild; nett; sanft; sanftmütig; spaßhaft; sympathisch; süß; umgänglich; weitherzig; wohltuend; wohlwollend; zugänglich
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
class auf der Stelle; direkt; frontal; klassenweise; schnell; schnurgerade; sofortig; unmittelbar

Synoniemen voor "Typ":


Wiktionary: Typ

Typ
noun
  1. Gattung, Bauart, Modell
Typ
noun
  1. man
  2. a male person
  3. A man or fellow
  4. person
  5. grouping based on shared characteristics
  6. individual that represents the ideal for its class
  7. computing theory
Cross Translation:
FromToVia
• Typ → bloke; chap; dude; fellow; guy ↔ mec — individu masculin
• Typ → type ↔ type — Qui est caractéristique. Qui est donné comme exemple.

Verwante vertalingen van Typ







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1172 seconde
Page rendered in 1.0 seconds