Öffnung: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

Öffnung:
- breach; doorway; opening; leakage; leak; hole; puncture; punch-mark
Wiktionary:
- Öffnung → opening, break, aperture, vent
- Öffnung → entrance, orifice, opening

Duits

Uitgebreide vertaling voor Öffnung (Duits) in het Engels

die Öffnung (Bresche; Loch; Einschläge; Aufmachung; Einschlag)
the breach
- breach [the ~] zelfstandig naamwoord
die Öffnung (Türöffnung; Loch; Höhle; Grube; Höhlung)
the doorway
- doorway [the ~] zelfstandig naamwoord
die Öffnung (Freigabe)
the opening
- opening [the ~] zelfstandig naamwoord
die Öffnung (Leck; Loch; Undichtigkeit; Punktion; undichte Stelle)
the leakage; the leak; the hole; the puncture; the punch-mark
- leakage [the ~] zelfstandig naamwoord
- leak [the ~] zelfstandig naamwoord
- hole [the ~] zelfstandig naamwoord
- puncture [the ~] zelfstandig naamwoord
- punch-mark [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
breach	Aufmachung; Bresche; Einschlag; Einschläge; Loch; Öffnung
doorway	Grube; Höhle; Höhlung; Loch; Türöffnung; Öffnung	Durchgang; Tür
hole	Leck; Loch; Punktion; Undichtigkeit; undichte Stelle; Öffnung	Anus; Arsch; Delle; Einschnitt; Hintern; Horst; Kerbe; Käfig; Leck; Loch; Nest; Riß; Schließmuskel; Spalte; Verschlag; Vertiefung; undichte Stelle
leak	Leck; Loch; Punktion; Undichtigkeit; undichte Stelle; Öffnung	Leck; Leckage; Loch; undichte Stelle
leakage	Leck; Loch; Punktion; Undichtigkeit; undichte Stelle; Öffnung	Leck; Leckage; Loch; undichte Stelle
opening	Freigabe; Öffnung	Absatzgebiet; Anfang; Anfangen; Aufmachen; Aufschluß; Aussparung; Beginn; Einleitung; Einschnitt; Eröffnung; Kerbe; Kluft; Riß; Spalte; Start; Wake; Zwischenraum
punch-mark	Leck; Loch; Punktion; Undichtigkeit; undichte Stelle; Öffnung
puncture	Leck; Loch; Punktion; Undichtigkeit; undichte Stelle; Öffnung	Punktion; Reifenpanne
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
leak		auslecken; lecken; leerlaufen
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
opening		einführend

Öffnung

noun

Öffnung

noun

physical space that opens up in something or between two things
- break → Spalt; Öffnung
opening
- aperture → Öffnung
something that is open
- opening → Öffnung
an opening through which gases, especially air, can pass
- vent → Luftloch; Öffnung

Cross Translation:

From	To	Via
• Öffnung	→ entrance	↔ ingang — een opening waar iets doorheen kan
• Öffnung	→ orifice	↔ orifice — ouverture qui forme l’entrée de certaines excavations naturelles ou artificielles.
• Öffnung	→ opening	↔ ouverture — Grandeur du vide ainsi pratiqué

Computer vertaling door derden:

Remove Ads