Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. gegenseitig:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor gegenseitig (Duits) in het Engels

gegenseitig:

gegenseitig bijvoeglijk naamwoord

  1. gegenseitig (zweiseitig; wechselseitig; bilateral)
    mutual; bilateral; mutually

Vertaal Matrix voor gegenseitig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bilateral bilateral; gegenseitig; wechselseitig; zweiseitig bilateral; zweiseitig
mutual bilateral; gegenseitig; wechselseitig; zweiseitig auf sich selbst zurückkommend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mutually bilateral; gegenseitig; wechselseitig; zweiseitig

Synoniemen voor "gegenseitig":


Wiktionary: gegenseitig

gegenseitig
  1. einer den/dem anderen gleichermaßen
gegenseitig
en-pron
  1. idiomatic, reciprocal pronoun
adjective
  1. reciprocal
  2. relating to a form of mutual insurance or financial institution
  3. having the same relationship, each to each other
  4. done by each of two people towards the other

Cross Translation:
FromToVia
gegenseitig mutual onderling — tussen de betrokken partijen
gegenseitig mutual mutuel — Qui est réciproque entre deux ou plusieurs personnes, entre deux ou plusieurs choses.
gegenseitig mutual; reciprocal réciproque — Il se dit en parlant de deux personnes ou de deux choses dont chacune exercer sur l’autre une action équivalente à celle qu’elle en recevoir.

Verwante vertalingen van gegenseitig