Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Zoek: Stück

Duitse en Engelse zoekresultaten voor: Stück

Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Stuck:
  2. Stück:
  3. Wiktionary:
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. stuck:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Stück (Duits) in het Engels

stück:


Synoniemen voor "stück":

  • Deckenfries; Stuck; Stuckverzierung

Stuck:

Stuck [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Stuck (Putz; Kalk; Gips)
    the plaster; the stucco
    • plaster [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stucco [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Stuck:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plaster Gips; Kalk; Putz; Stuck Gips; Heftpflaster; Kleifplaster; Plaster; Schotter; Split; Steinschlag; Steinschläge
stucco Gips; Kalk; Putz; Stuck
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plaster anschmieren; beklecksen; beschmieren; bewerfen; kalken; lästern; stukadoren; verläumden; verputzen
stucco kalken; verputzen

Wiktionary: Stuck

Stuck
noun
  1. Werkstoff aus Mörtel, Sand, Kalk und/oder Gips
Stuck
noun
  1. mixture for coating
  2. a plaster that is used to coat interior or exterior wall

Stück:

Stück [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Stück (Element; Teil; Bestandteil; )
    the elementary component; the part; the element; the section; the segment; the ingredient; the parliamentary party; the share; the fundamental ingredient; the portion; the principle ingredient
  2. Stück (Teil; Segment; Anteil; )
    the piece; the part; the section; the segment; the portion
    • piece [the ~] zelfstandig naamwoord
    • part [the ~] zelfstandig naamwoord
    • section [the ~] zelfstandig naamwoord
    • segment [the ~] zelfstandig naamwoord
    • portion [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. Stück (Bühnenstück; Schauspiel; Drama)
    the stage play; the play; the production
  4. Stück (Kontingent; Anteil)
    the share; the quota
    • share [the ~] zelfstandig naamwoord
    • quota [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. Stück (Klumpen; Brocken; Zuckerwürfel; )
    the chunk
    • chunk [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. Stück (Coupon; Schein; Kassenschein; )
    the coupon; the voucher; the token
    • coupon [the ~] zelfstandig naamwoord
    • voucher [the ~] zelfstandig naamwoord
    • token [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. Stück (Päckchen; Bund; Paket; )
    the slice
    • slice [the ~] zelfstandig naamwoord
  8. Stück (Teilchen; Teil; Stückchen)
    the part; the small part
    • part [the ~] zelfstandig naamwoord
    • small part [the ~] zelfstandig naamwoord
  9. Stück (Stück Stoff; Flicklappen; Lappen; )
    the piece of cloth; the tail-end; the polishing-cloth; the remains; the cloth; the cleaning-rag
  10. Stück (Segment; Teil; Abschnitt; Bruchteil)
    the segment; the section; the part; the portion
    • segment [the ~] zelfstandig naamwoord
    • section [the ~] zelfstandig naamwoord
    • part [the ~] zelfstandig naamwoord
    • portion [the ~] zelfstandig naamwoord
  11. Stück (kleiner Brocken; Brocken)
    the lump; the little lump; the little bit; the piece
    • lump [the ~] zelfstandig naamwoord
    • little lump [the ~] zelfstandig naamwoord
    • little bit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • piece [the ~] zelfstandig naamwoord

Stück [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Stück (Anteil; Abschnitt)
    the segment; the part; the share; the section; the piece; the portion; the board
    • segment [the ~] zelfstandig naamwoord
    • part [the ~] zelfstandig naamwoord
    • share [the ~] zelfstandig naamwoord
    • section [the ~] zelfstandig naamwoord
    • piece [the ~] zelfstandig naamwoord
    • portion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • board [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Stück:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
board Abschnitt; Anteil; Stück Betriebsführung; Brett; Direktion; Geschäftsführung; Hauptvorstand; Kostgeld; Latte; Präsidium; zentrale Vorstand
chunk Brocken; Kandisstückchen; Klumpen; Klümpchen; Scholle; Stück; Zuckerwürfel Block; Brocken; Fragment; Klumpen; Klümpchen; Menge; Würfel; Würfelzucker; großes und dickes Stück
cleaning-rag Abschnitt; Coupon; Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Stück Stoff Lappen; Lumpen; Putztuch; Scheuerlappen; Tuch
cloth Abschnitt; Coupon; Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Stück Stoff Abwaschtuch; Aufbau; Auskleidung; Bettlaken; Bettlinnen; Bettwäsche; Decke; Faserstoff; Geistlichkeit; Klerus; Komplex; Lappen; Leinen; Leinentücher; Leinenwäsche; Leinwand; Leinwände; Linnen; Lumpen; Malerleinwand; Polsterung; Putztuch; Scheuerlappen; Stoff; Stramin; Teppich; Tischdecke; Tischtuch; Tischtücher; Tuch; Verkleidung; Weißwäsche; Wischtuch; Wäsche; Zeug; aus Wolle bestehndes Gewebe
coupon Abschnitt; Coupon; Differenz; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Marke; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; Überbleibsel; Überrest Empfangsschein; Überweisungsschein
element Anteil; Bestandteil; Element; Segment; Stück; Teil; Teilchen Element; Grundstoff; Rohstoff
elementary component Anteil; Bestandteil; Element; Segment; Stück; Teil; Teilchen
fundamental ingredient Anteil; Bestandteil; Element; Segment; Stück; Teil; Teilchen
ingredient Anteil; Bestandteil; Element; Segment; Stück; Teil; Teilchen
little bit Brocken; Stück; kleiner Brocken Artikel; Aufsatz; Bißchen; Brocken; Publikation; Schimmer; Stückchen; Wenig; klein Bischen
little lump Brocken; Stück; kleiner Brocken
lump Brocken; Stück; kleiner Brocken Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Beule; Blase; Brocken; Buckel; Geschwulst; Grus; Holzschuh; Höcker; Klecks; Klumpen; Schwellung; Tölpel; Verletzung; Verwundung; Wulst
parliamentary party Anteil; Bestandteil; Element; Segment; Stück; Teil; Teilchen Parlamentsfraktion
part Abschnitt; Anteil; Bestandteil; Bruchteil; Element; Glied; Segment; Stück; Stückchen; Teil; Teilchen Anteil; Portion; Ration; Steuerelementteil; Teil
piece Abschnitt; Anteil; Brocken; Bruchteil; Glied; Segment; Stück; Teil; Teilchen; kleiner Brocken Artikel; Aufsatz; Brocken; Klümpchen; Publikation; Scheibe; Schnitte; Schönheit; Spielstück; Stückchen; Würfel; Würfelzucker; schöner Mensch
piece of cloth Abschnitt; Coupon; Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Stück Stoff Staubtuch; Staubtücher
play Bühnenstück; Drama; Schauspiel; Stück Abweichung; Glücksspiel; Kinderspiel; Marge; Partie; Runde; Schlacht; Spiel; Spielchen; Spielen; Spielraum; Streit; Wettbewerb; Wettkampf; Wettstreit
polishing-cloth Abschnitt; Coupon; Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Stück Stoff Lappen; Lumpen; Putztuch; Scheuerlappen; Tuch
portion Abschnitt; Anteil; Bestandteil; Bruchteil; Element; Glied; Segment; Stück; Teil; Teilchen Anteil; Beitrag; Eingebrachte; Einlage; Einsatz; Erbe; Erbschaft; Erbstück; Erbteil; Hinterlassenschaft; Nachlaß; Portion; Ration; Teil; Vermächtnis
principle ingredient Anteil; Bestandteil; Element; Segment; Stück; Teil; Teilchen
production Bühnenstück; Drama; Schauspiel; Stück Anbau; Anfertigen; Anfertigung; Erzeugung; Fabrikation; Fertigung; Herstellen; Herstellung; Produktion; Verfertigung; Zucht
quota Anteil; Kontingent; Stück Kontingent; Quotum; Vorgabe; Wahlquotient
remains Abschnitt; Coupon; Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Stück Stoff Baufälle; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Ruine; Überbleibsel; Überrest
section Abschnitt; Anteil; Bestandteil; Bruchteil; Element; Glied; Segment; Stück; Teil; Teilchen Abschnitt; Abteilung; Artikel; Aufsatz; Brigade; Brocken; Durchmesser; Durchschnitt; Geschäftsstelle; Profil; Präsentationsabschnitt; Publikation; Rubrik; Schnitt; Sekte; Sektion; Stückchen; Truppe; schneidender Schmerz
segment Abschnitt; Anteil; Bestandteil; Bruchteil; Element; Glied; Segment; Stück; Teil; Teilchen Kontocodesegment; Segment
share Abschnitt; Anteil; Bestandteil; Element; Kontingent; Segment; Stück; Teil; Teilchen Aktie; Anteil; Anteilschein; Freigabe; Kontingent; Portion; Quotum; Ration; Teil; Wertpapier
slice Bund; Bündel; Kostüm; Kästchen; Paket; Postpaket; Päckchen; Stück Kratzer; Schaber; Scheibe; Schnitte; Segment; Slice; Spatel
small part Stück; Stückchen; Teil; Teilchen
stage play Bühnenstück; Drama; Schauspiel; Stück
tail-end Abschnitt; Coupon; Fetzen; Flicken; Flicklappen; Lappen; Lumpen; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Stück Stoff
token Abschnitt; Coupon; Differenz; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Marke; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; Überbleibsel; Überrest Beweis; Beweisstück; Erkennungsmarke; Gulden; Marke; Münze; Pfennig; Token
voucher Abschnitt; Coupon; Differenz; Fetzen; Fleck; Flicken; Flicklappen; Kassenschein; Kupon; Lappen; Lumpen; Marke; Reklamezettel; Rest; Restant; Restbestand; Restposten; Riester; Schein; Schlacke; Stoffetzen; Stofflappen; Stück; Surplus; Tuch; Zettel; kleineSchwanz; kleineSchwänze; Überbleibsel; Überrest Beleg; Beweischen; Einzahlungsschein; Empfangsschein; Voucher; Überweisungsschein
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
board akkomodieren; beherbergen; einpacken; einquartieren; einwickeln; entern; jemandem Unterkunft bieten; kartonieren; unterbringen; verpacken
part abkoppeln; auflösen; aus einander spleißen; auseinandergehen; auseinanderstieben; auseinandertreiben; loskoppeln; scheiden; spleißen; splissen; trennen
play balgen; bespielen; darstellen; herumtollen; scherzen; schäkern; sich balgen; spielen; toben; tun als ob; wiedergeben
segment segmentieren
share freigeben; versenden
slice durchschneiden; teilen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cloth aus Leinen; aus Tuch; tüchern
share teilhaftig

Synoniemen voor "Stück":


Wiktionary: Stück

Stück
noun
  1. ohne Plural: allgemeiner Zahlklassifikator für Dinge, Pflanzen, Tiere
  2. ein Teil eines Ganzen
  3. ein Einzelnes von Dingen gleicher Art und Beschaffenheit
Stück
noun
  1. distinct physical object
  2. a part of something
  3. small amount of something
  4. cuboid piece of any commodity
  5. part of a larger whole
  6. -
  7. cutting, part cut out
  8. thin, broad piece cut off
  9. a tiny piece or part
Cross Translation:
FromToVia
• Stück → fragment; bit; piece ↔ fragment — Morceau de quelque chose qui a été cassé, séparé de son tout
• Stück → piece; bit; lump ↔ morceau — portion séparée d’une chose solide qui peut être manger.
• Stück → piece ↔ pièce — Partie d’un ensemble
• Stück → piece; bit; document; deed; chamber; ward; lump; act ↔ pièce — partie, portion, morceau d’un tout.

Verwante vertalingen van Stück



Engels

Uitgebreide vertaling voor Stück (Engels) in het Duits

stuck:

stuck bijvoeglijk naamwoord

  1. stuck (clamped down; oppressed; wedged)
    eingeklemmt; bedrängt
  2. stuck (jammed)
    verklemmt; festsitzend

Vertaal Matrix voor stuck:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bedrängt clamped down; oppressed; stuck; wedged awkward; clasped; close; critical; hard; muggy; musty; oppressive; painful; perilous; precarious; review; stale; stifling; stuffy; sultry; sweltering; worrisome
eingeklemmt clamped down; oppressed; stuck; wedged clasped
festsitzend jammed; stuck
verklemmt jammed; stuck

Verwante woorden van "stuck":

  • unstuck

Synoniemen voor "stuck":


Antoniemen van "stuck":

  • unstuck

Verwante definities voor "stuck":

  1. caught or fixed1
    • stuck in the mud1
  2. baffled1
    • this problem has me completely stuck1

Verwante vertalingen van Stück







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0944 seconde
Page rendered in 1.0 seconds